y<ucL^^
Artikel 5. Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of adviescommissie
1Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 2 verstrekt, stelt het college de
aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld
in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van:
a. een adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of
b. meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 3, vijfde lid.
2. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als be
doeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet kunnen binnen twee weken na de mededeling
als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of
meerdere adviseurs bij het college indienen.
3. Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn
over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.
Artikel 6. Werkwijze adviseur of adviescommissie
1Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbende
informatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseur of van de ad
viescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.
2. Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meer personen aan die de adviseur of de ad
viescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.
3. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen,
waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) in de gelegen
heid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aan
vraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aan
vraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventuele andere betrokken be
stuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van
de wet worden eveneens in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.
4. De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseur of de
adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor de plaatsopne
ming uit.
5. Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt door de ad
viseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.
6. Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoelde bezichtiging wordt
door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of de voorzitter van de adviescommissie
een verslag gemaakt, dat onderdeel vormt van het uit te brengen advies.
7. Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestien weken
na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de
aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als be
doeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet. De adviseur of de voorzitter van de adviescom
missie kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten
hoogste vier weken verlengen.
8. De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen alsmede de belanghebbenden als be
doeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, van de wet worden in de gelegenheid gesteld om binnen
vier weken na de toezending van het concept advies schriftelijk hierop te reageren.
9. In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnen vier we
ken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het college, waar
bij de betreffende reacties zijn betrokken.
10. In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie bin
nen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan het
college.
Artikel 7. Slotbepalingen
1Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.
2. Deze verordening wordt aangehaald als "Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in
planschade 2008".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlieland op 11 augustus 2008.
de raadsgriffier de voorzitter
mr. R.A. Lanting
B.A.H. Galama