gemeente
'e raad van de gemeente Vlieland;
gezien:
elet op:
esluit Vc
het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 december 2003;
esluit vast te stellen de volgende verordening:
artikel 226 van de Gemeentewet;
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN
HONDENBELASTING 2004
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de
gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
1Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een
ander de houder is.
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een
door de in artikel 231tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid
van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
b. die door de "Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland" als gehandicaptenhond aan een gehandicapte
ter beschikking zijn gesteld;
c. die in een hondenasiel verblijven, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welk
asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1
onderdeel b, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in
artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te zamen met de moederhond worden gehouden.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief
De belasting bedraagt per belastingjaar per hond 57,25.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van belastingschuld en heffing naartijdsgelang
1De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar
toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden,
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de
aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden
overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het be
lastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver
schuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het
aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.