onderdelen zijn waarvan het wenselijk is dat die extra gecontroleerd worden en waar vervolgens over wordt
gerapporteerd in het verslag van bevindingen.
De opdracht aan de accountant staat los van de regels in de controleverordening. De opdracht is namelijk een
privaatrechtelijke overeenkomst. De verordening artikel 213 behelst publiek recht en bevat regels, die de raad
stelt voor het college. In de verordening artikel 213 kan de raad regels neerleggen voor de verplichtingen die het
college heeft jegens de accountant tijdens de accountantscontrole en over de verplichtingen die het college heeft
jegens de raad inzake de accountantscontrole. Daarnaast kan de raad in de verordening gedragsregels voor
zichzelf opnemen, zodat de verordening zekerheid voor het college schept over datgene wat het van de raad
mag verwachten.
Zoals gezegd kan de raad ook de accountant verzoeken om een management letter met bevindingen en
aanbevelingen, ongeacht de strekking van de accountantsverklaring. De accountant kan hierin voorzien uit
hoofde van zijn adviesfunctie. Hiermee worden advies en aanbevelingen bedoeld die direct voortkomen uit zijn
controlewerkzaamheden. Die staan geheel los van aparte specifieke adviesopdrachten. Een verzoek om een
management letter mag dan ook niet leiden tot een (aanzienlijke) prijsverhoging van de controleopdracht. Een
management letter is in beginsel bedoeld voor de gecontroleerde, dus het college. De raad kan daaraan op
grond van zijn controlerende rol ook behoefte hebben. De controleverordening zal over een eventuele
managementletter regels moeten bevatten; een en ander zal bij het verstrekken van de opdracht aan de
accountant expliciet moeten worden overeengekomen.
Toelichting op de artikelen
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het college verantwoording afleggen aan de raad over het gevoerde
bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1 Gemeentewet). Voor het
overleggen van deze stukken aan de raad moeten de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn
gecontroleerd (artikel 197, lid 2 Gemeentewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de
raad. Het is dan ook de raad, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 Gemeentewet). De raad is echter niet
het bestuursorgaan, dat de overeenkomst met de accountant ondertekent. Het is de burgemeester, die de
overeenkomst voor de accountantscontrole met de accountant moet sluiten. De burgemeester vertegenwoordigt
de gemeente in en buiten rechte, luidt het eerste lid van artikel 171 Gemeentewet.
Een bevoegd accountant voor de controle van de gemeentelijke jaarrekening is een registeraccountant, een
accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid
van artikel 36 Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of een organisatie waarin voor de
accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken. Het zevende lid van artikel 213 Gemeentewet zegt,
dat de bevoegde accountant in gemeentelijke dienst kan worden aangesteld. Wel dient dan de benoeming,
schorsing en het ontslag van de accountant door de raad te geschieden.
Artikel 2 van de verordening regelt de opdrachtverlening van de accountantscontrole van de gemeentelijke
jaarrekening. Het eerste lid legt de periode van de verbintenis met de accountant voor de controle van de
jaarrekening vast. Het tweede iid regelt dat het college verantwoordelijk is voor de uitvoering van de
aanbesteding van de accountantscontrole van de jaarrekening. De periode van de verbintenis met de accountant
uit het eerste lid impliceert niet dat daarna van accountant wordt gewisseld. De accountant maakt bij de nieuwe
aanbesteding wederom kans op de opdracht. Een raad die per periode wil wisselen van controlerend accountant
zal hierbij met de aanbesteding rekening moeten houden, door de controlerend accountant van de afgelopen
periode uit te sluiten.
Voor de accountantscontrole geldt het Besluit Accountantscontrole Gemeenten dat krachtens het zesde lid van
artikel 213 Gemeentewet door de minister is vastgesteld. Dit Besluit bevat onder andere regels voor de
omvangsbases en goedkeuringstoleranties voor de accountantsverklaring en de rapporteringstoleranties voor
het verslag van bevindingen.
In het derde lid van artikel 2 wordt invulling gegeven aan het gebruik van de mogelijkheden van de raad met
betrekking tot de nadere bepaling van de toleranties. Ze moeten al bij de aanbesteding van de
accountantscontrole worden bepaald en zodoende worden opgenomen in het programma van eisen. Een
aanscherping van de eisen door de raad zal in veel gevallen leiden tot een hogere prijsstelling door de
accountant(s). Daarnaast zijn onder dit lid aanvullende zaken opgenomen over eisen die de raad kan stellen aan
de werkzaamheden van de accountant, zoals aanvullende inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen en
aanvullende extra rapportages en controles.