jViicC^^D
Raadsvergadering
Agendapunt
Onderwerp
15 december 2003
8b
controleverordening ex art. 213 Gemeentewet
gemeente
Aan de raad van de gemeente Vlieland,
Bijgaand treft u ter vaststelling aan een verordening op grond van artikel 213 van de Gemeentewet.
Inleiding op de verordening: de accountantsverklaring
De Wet Dualisering Gemeentebestuur heeft de functie van de accountantsverklaring veranderd. Die dient
tegenwoordig als ondersteuning van de raad bij het uitoefenen van zijn controlerende taak.
Daartoe is een aantal bepalingen rond de opdracht aan de accountant aangescherpt.
De belangrijkste verandering is dat de accountantsverklaring niet langer meer alléén een oordeel over het
getrouwe beeld bevat, maar een oordeel over het getrouwe beeld en de rechtmatigheid samen. Bovendien moet
de opdracht voor de accountantscontrole worden verstrekt door de raad en niet meer door het college.
In het onderhavige voorstel voor een nieuwe controleverordening (verordening ex art. 213 Gemeentewet) wordt
ingegaan op de verschillende verantwoordelijkheden. Rechtmatigheid als onderdeel van de
accountantsverklaring is nieuw, daarom wordt ook stilgestaan bij dit begrip. De rechtmatigheid diende overigens
vóór de dualisering van het gemeentebestuur ook gecontroleerd te worden, maar de accountant ging daarop
alleen in het verslag van bevindingen op in. Thans is er het Besluit Accountantscontrole Gemeenten1 dat
minimumeisen stelt aan de accountantscontrole. Dit Besluit is voor het eerst van toepassing op de
accountantscontrole van de jaarrekening 2004. Het gaat ook in op de mogelijkheid van de raad om deze
minimumeisen aan te vullen. De minimumeisen worden in dit voorstel besproken waarbij tevens aandacht wordt
besteed aan de keuzemogelijkheden die de raad heeft ten aanzien van deze minimumeisen.
De laatste verandering is dat in het vijfde lid van artikel 213 expliciet is opgenomen dat de accountantsverklaring
en het verslag van bevindingen direct door de controlerend accountant aan de gemeenteraad worden
aangeboden. Ook benadrukt artikel 213, dat de raad de accountant aanwijst. Dit kan niet worden gedelegeerd
aan het college. Voorts is het de raad die, binnen de wettelijke kaders, bepaalt wat de opdracht aan de
accountant is. Dit is nader geregeld in het Besluit Accountantscontrole Gemeenten. Daarom wordt ook ingegaan
op de opdracht aan de accountant.
Verantwoordelijkheden bij rechtmatigheid
Met de Wet Dualisering Gemeentebestuur wordt de functionele scheiding tussen de raad en het college scherper
dan voorheen het geval was. De raad zal zich moeten concentreren op zijn taakstellende en controlerende rollen.
Dit betekent dat hij de kaders stelt voor de rechtmatigheid, de relevante wet- en regelgeving en de regelgeving
waarvoor de raad een verordende bevoegdheid heeft. De raad stelt ook de kaders voor de accountantscontrole,
gebruik makend van de mogelijkheden die artikel 213 en het Besluit Accountantscontrole daartoe bieden. De
raad zal de opdracht aan de accountant moeten verstrekken en kan aanvullende controle-eisen stellen (zie
rapporteringstoleranties). In dit verband is artikel 213 relevant: daarin is bepaald dat de accountant rechtstreeks
rapporteert aan de raad.
Het college dient zich te richten op zijn bestuursbevoegdheden. Het is primair verantwoordelijk voor de naleving
van relevante wet- en regelgeving en daarmee voor de rechtmatigheid van de besteding en inning van het
publieke geld binnen een gemeente. Het is niet zo dat de accountant met zijn controle de rechtmatigheid wel zal
'afdekken'. Wel is het zo dat een goede administratieve organisatie (AO) en daarin opgenomen maatregelen van
interne controle (IC) de kans op onrechtmatigheden aanzienlijk beperkt. Ook hierin zal het college zijn
verantwoordelijkheid moeten nemen. Met een adequate AO/IC wordt ook de accountant geholpen om te komen
tot zijn oordeel. In het algemeen kunnen in dat geval de aanvullende controlewerkzaamheden van de accountant
worden beperkt.
1