Toelichting op de artikelen
Artikel 2. Programmabegroting
Artikel 2 bevat een aantal bepalingen over de inrichting van de begroting waarin de kaderstellende
functie van de raad tot uiting komt. De raad legt op basis van dit artikel een belangrijk deel van de
infrastructuur van de begroting vast, evenals de kengetallen waarop de raad wil sturen en controleren.
In het Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995 was de indeling van de begroting in functies verplicht
voorgeschreven. In het Besluit Begroting en Verantwoording is dat niet meer zo. De gemeente bepaalt
nu zelf het aantal en de inhoud van de programma's van de begroting en kan daardoor de
begrotingsopzet aanpassen aan de eigen politiek-bestuurlijke wensen. Zo kan een gemeente
programma's indelen naar doelgroepen of indelen volgens de pijlers van het grote stedenbeleid.
Omdat er een politiek-bestuurlijke keuze ten grondslag ligt aan de indeling van de programma's, stelt
de raad de indeling vast. Meestal zal die vaststelling voor enkele jaren gelden, bijvoorbeeld voor een
gehele raadsperiode. Indien daartoe aanleiding is, kan de raad de indeling wijzigen. In de begroting
2004 van de gemeente Vlieland is er voor gekozen de programma's te laten samenvallen met de
hoofdfuncties zoals die bestonden in de oude comptabiliteitsvoorschriften, welke indeling overeenkomt
met de op grond van het nieuwe BBV voorgeschreven indeling waarin de begrotingsinformatie moet
worden aangeboden aan de provincie en aan het CBS.
Een programma is gebaseerd op de drie w-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daar voor
doen en wat mag dat kosten? Vooral voor de eerste twee vragen zullen in de praktijk indicatoren
nodig zijn. Aan de hand van die indicatoren kan de raad zijn kaderstellende functie vervullen. Ook
dienen zij om de raad de gelegenheid te bieden zijn controlerende functie in te vullen door de
uitkomsten en resultaten van de programma's te beoordelen. In het dualistisch bestel moet de raad
de w-vragen zelf beantwoorden; hij kan dat niet overlaten aan het college en/of de ambtelijke
organisatie.
Artikel 3. Producten
De raad stelt de programmabegroting vast. Ter uitvoering van de begroting stelt het college - zoals
geregeld in het Besluit Begroting en Verantwoording - een productraming op. Het college is vrij in
het aantal producten en de indeling daarvan. De productraming is in de systematiek van het besluit
geen onderdeel van de begroting. De raad kan van oordeel zijn dat hij bij de programmabegroting
en verantwoording een overzicht wil hebben van welke producten er bij de programma's horen. Dit
wordt geregeld in het eerste lid. In de begroting van de gemeente Vlieland is hieraan uitvoering
gegeven doordat de productenramingen tevens de toelichtingen op de programmabegroting
vormen.
Artikel 4. Kaders begroting
De artikelen 2 en 3 betreffen vooral de infrastructuur van de begroting. Artikel 4 gaat over het
meerjarige budgettaire kader. Dat vormt, zoals in de meeste gemeenten gebruikelijk is, de
grondslag voor de eigenlijke begroting. Gegeven het grote belang van het budgetrecht van de
raad, is het logisch dat de raad expliciet een budgettair kader vaststelt.
Artikel 5. Uitvoering begroting
in artikel 5 legt de raad het college een aantal eisen op die voor een goede uitvoering van de
begroting noodzakelijk zijn. In het eerste lid wordt bepaald dat het college de rechtmatigheid, de
gemeente