2. Het college biedt ten minste eens in de vier jaar een nota rioleringsplan aan. De nota geeft het
kader weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau en de uitbreiding
van de riolering alsmede de kwaliteit van het milieu en eveneens de normkostensystematiek en het
meerjarig budgettair beslag. De raad stelt de nota vast binnen 2 maanden nadat de nota is
aangeboden.
3. Het college biedt jaarlijks voor 1 oktober een nota onderhoud gebouwen aan ter behandeling en
vaststelling door de raad. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de
bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen en eveneens het meerjarig budgettair
beslag. De raad stelt de nota voor 1 december vast.
4. Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud
aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, straatmeubilair, riolering, gebouwen.
Artikel 19. Financiering
Bij de begroting en de jaarstukken doet het college in de paragraaf financiering in ieder geval
verslag van:
ade kasgeldlimiet;
bde renterisico norm;
ede liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende driejaar;
dde rentevisie en
ede rentekosten en rente-opbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.
Artikel 20. Bedrijfsvoering
1. Het college stelt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota bedrijfsvoering vast. De nota wordt
ter kennisgeving aan de raad gezonden. In de nota wordt speciale aandacht geschonken aan de
relatie tussen het gemeentelijk apparaat en de inwoners van de gemeente.
2. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele
onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt
gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering
alsmede over nieuwe ontwikkelingen. Daarbij wordt speciale aandacht gegeven aan:
a. aantal personeelsleden in dienst onderverdeeld naar leeftijd en beloningsschaal;
b. de instroom, uitstroom en het percentage ziekteverzuim van personeel;
c. de directe loonkosten;
d. de personeelskosten waaronder de opleidingskosten
e. de kosten inleenkrachten;
f. de kosten van ingehuurde externen;
g. de huisvestingskosten;
h. de automatiseringskosten;
i. vernieuwing, uitbreiding, herstructurering, reorganisatie en inkrimping van de ambtelijke
organisatie, de gemeentelijke huisvesting, het gemeentelijk materieel en de gemeentelijke
automatiseringssystemen;
j. de structuren die zijn aangebracht in de organisatie om het medewerkers mogelijk te
maken gestelde doelen te verwezenlijken, zoals de wijze waarop het werkoverleg is
georganiseerd, functioneringsgesprekken en de wijze van kwaliteitscontroles.
3. Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en jaarstukken over de
voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a
Gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.
Artikel 21. Verbonden partijen
1. Het college gaat jaarlijks in de begroting in op de aan de gemeente verbonden partijen.