Vi
gemeente
Verordening op de Raadscommissie
De Raad van de Gemeente Vlieland;
Gelezen het voorstel van de voorzitters van de fracties van WD, ABV en PvdA;
Gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de raadscommissies 2003.
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a lid: lid van de raadscommissie;
b voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;
c griffier: griffier van de raad en de commissie of diens vervanger;
d vergadering: vergadering van een raadscommissie.
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling raadscommissies
De raad stelt een raadscommissie in.
Artikel 3 Taken
De raadscommissie heeft de volgende taken:
a het voeren van het inhoudelijk politieke debat over een voorstel of onderwerp;
b het voeren van overleg met het college of burgemeester over in ieder geval door het college of
burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.
Artikel 4 Samenstelling
1 De raadscommissie bestaat uit negen leden overeenkomstig de zetelverdeling in de
gemeenteraad;
2 De in het eerste lid genoemde leden worden door de gemeenteraad op voordracht van de fracties
benoemd;
3 De artikelen 10,11,12,13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een
lid van de raadscommissie. De in het eerste lid genoemde leden dienen daarnaast tijdens de
laatste verkiezingen van de gemeenteraad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie;
Artikel 5 Voorzitter
1 De voorzitter en zijn plaatsvervangers worden jaarlijks in december door de gemeenteraad uit zijn
midden benoemd;
2 De voorzitter is lid van de raadscommissie en kan actief deelnemen aan de discussie;
3 De voorzitter is belast met:
a het leiden van de vergadering;
b het handhaven van de orde;
c het doen naleven van deze verordening;
d hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
1 De zittingsduur van een lid, waaronder begrepen de de voorzitter eindigt in ieder geval aan het
einde van de zittingsperiode van de gemeenteraad;
2 Een lid houdt op lid te zijn van de raadscommissie indien hij niet meer voldoet aan de in artikel 4,
derde lid, gestelde eisen;