De voorzittter ontkent dit, maar zegt dat de doelstelling van het samenwerkingsverband OOW niet is om
kosten te besparen, maar een beter functioneren van de gemeenten.
De heer Potiek vraag of het dan mogelijk is eens op papier te zetten wat er de afgelopen jaren gerealiseerd
is.
De heer Kriesch zegt dat al heeft het dan geen prioriteit, het samenwerken moet toch ook besparend zijn?
De voorzittter zegt dat dit niet zo is, er komt een back-office en een front-office systeem, met functies die
minimaal ingevuld worden op de eilanden en een secretariaat in Leeuwarden en dat maakt de zaak er
bepaald niet goedkoper op. In feite moet er een extra 'gemeente' bij bekostigd worden.
De heer Gieles zegt dat de gemeente Vlieland min of meer gedwongen is deze weg in te slaan omdat het
spook van de herindeling boven ons hoofd hing. Maar zaken als gezamenlijke inkoop moeten toch leiden tot
bezuiniging.
De voorzittter zegt dat de eilanden bemensd blijven met 1 op 1 beleidsfuncties, of halve, en die mensen kun
je niet kwijt. Dat betekent dat de meer ambtenaren die er nodig zijn om minder kwetsbaar te zijn, in een
back-office situatie komen oftewel aan de wal. Dat betekent dus extra kosten.
De heer Kriesch vraagt of dit opgelegd is door de minister.
De voorzittter zegt dat er destijds door de Minister van Binnenlandse zaken een nota is geschreven
"Robuuste gemeentes" en daar stond in dat de Waddeneilanden op zijn minst een intensieve samenwerking
moesten hebben. Samenvoegen met gemeenten aan de wal had ook gekund, maar gekozen is voor
samenwerking. Die keuze is dus niet opgelegd, maar zelf gemaakt.
Er is door de Groningse Universiteit een rapport gemaakt, 'Wad Sterk' waarin de conclusie werd getrokken
dat de vier friese eilanden, samen 10.000 inwoners, wel moesten samenwerken, maar dat Texel eventueel
wel alleen verder kon. De voorzitter zegt deze conclusie altijd betreurd te hebben, want het resultaat is
geweest dat Texel er vanaf zag en er nu een samenwerkingsverband is met een 'body' van 10.000
inwoners, wat nog niet veel is, en Texel doet alleen mee als het gaat om bijvoorbeeld wetgeving waarvan we
vinden dat die niet toegepast kan worden op de eilanden. Dat is het andere, het strategische OOW.
Maar het is een zeer weerbarstige materie, ook omdat iedere gemeente natuurlijk probeert om voor zichzelf
het hoofd boven water te houden en het liefst nog wat meer. De voorzitter zegt wel eens bij het OOW
gezegd te hebben dat, als dat zo door gaat, er nauwelijks kwaliteitsverbetering is maar er wel een 5e
gemeente, niet zijnde Texel, betaald wordt. Naar zijn oordeel zijn er betere bestuursvormen.
De heer Kriesch vraagt of de raad op 30 november concreet zal zien wat het kost.
De voorzittter zegt dat dat nu al mogelijk is door de stukken in te zien. Overigens heeft hij gepleit voor een
verdeelsleutel, want eerst betaalden alle eilanden evenveel. In de stukken over die verdeelsleutel kun je
goed zien wat alles kost. Alleen de overheadkosten van het kantoor zijn al 132.000,-.
De heer Visser vraagt wanneer de rechten van de huisstijl van de gemeente worden en of het niet zo is dat
er iedere keer opnieuw betaald moet worden.
De secretaris antwoordt dat de rechten niet overgaan, dit is zo afgesproken. Na het laatste project is het
proces van invoering echter afgelopen en daarna heeft de gemeente het langdurig gebruik ervan.
De heer Veenstra zegt nog geen antwoord te hebben gekregen van de wethouder sociale zaken op de
vraag hoe de uitkeringsgerechtigden aan de slag te krijgen. Er zijn een hoop mensen waarvan zijn fractie
graag zou zien dat ze de handen laten wapperen, want de zekerheid bestaat wel dat ze soepele polsen
hebben.
De wethouder de heer Westers antwoordt dat het hierbij gaat om mensen die erg moeilijk te bemiddelen
zijn.
De heer Potiek zegt dat er naar zijn mening niet op een dergelijke manier in de raad door de heer Veenstra
over een bepaalde groep mensen gesproken dient te worden.
Naar aanleiding van de vraag naar de post van 173.000,- in de Algemene Dienst van het Tromp's Huys
zegt de wethouder de heer Westers dat hier eerst navraag naar gedaan moet worden. De raad zal hier
schriftelijk antwoord op krijgen.
16 van 19
