r
Met betrekking tot de opmerking over het eventuele schuiven binnen de ambtelijke dienst in relatie tot
efficiente bedrijfsvoering zegt de voorzitter dat dit in de meeste gevallen niet mogelijk is, omdat er voor
bepaalde beleidsterreinen vaak specifieke kennis nodig is.
Inzake de nevenactiviteiten van de ambtenaren bij brandweer, hulpverlening en KNRM zegt de voorzitter dat
deze opmerking terecht is, maar wat is acceptabel en wat niet? Er is bijvoorbeeld bij de KNRM wel een
regeling voor salarisderving, maar daar wordt door andere gemeentes eigenlijk nooit gebruik van gemaakt.
Bij de ambulance is het niet meer aan de orde want dat is een particuliere onderneming, GHOR-
omstandigheden en de brandweer valt meestal in de avonduren dus dat valt wel mee.
Voor wat betreft de prikklok voor de buitendienstdeze komt er.
Met het invullen van nieuwe vacatures moet inderdaad voorzichtig omgegaan worden.
De heer Visser zegt dat als de heli vliegt de ziektekostenverzekeraar hiervan de kosten draagt. Hij vraagt of
dat bij de KNRM ook zo is.
De voorzittter beaamt dit.
De heer Visser vraagt of hier dan niet maar gekeken moet worden. Het gaat hier toch om een vergoeding
ook voor de bemanning.
De voorzittter zegt dat er inderdaad een regeling voor is, maar als de gemeente Vlieland hier gebruik van
zou willen maken dan is ze wel de enige stationgemeente die dat doet.
De heer Visser zegt dat zijn fractie wel inzicht wil krijgen in hoeveel dit kost. Of het bijvoorbeeld één fte is
wat het de gemeente per jaar kost.
De voorzittter zegt navraag te zullen doen bij de KNRM.
De heer Gieles vraagt of een beroepsschipper geen optie is.
De voorzittter antwoordt dat dit geen optie is, de KNRM wil daarjuist vanaf.
Mevrouw De Leng zegt dat het college wel alert moet zijn op de mogelijkheid van schuiven binnen het
ambtelijk apparaat.
De voorzittter zegt dat de raad er vanuit kan gaan dat als er mogelijkheden zijn deze ook benut worden.
Inzake de verblijfsrecreatie aan de haven zegt de voorzitter dat hij meende op t emoeten merken dat er
ontzettend veel informatie geleverd werd, ook op vragen van de raad, terwijl de uiteindelijke vraag was: is de
raad bereid het bestemmingsplan te wijzigen met betrekking tot het aanwijzen van dat gebied voor
bestemmingsrecreatie. Daarop kwamen vragen als: hoe ziet het er dan uit enzovoorts enzovoorts en daar is
op gereageerd. Bij de eerste keer raadsbreed afwijzen heeft hij de argumentatie gemist. Wat de voorzitter
inmiddels wel hoorde dat er op het eiland iets aan de hand was van 'die wel en die niet' oftewel, Westers
moest dat hotel zéker niet bouwen. Het kwam niet boven water maar hij hoorde het te vaak. Dat horende en
en wat hierop volgde met brievenschrijverij en sancties naar elkaar toe deed hem geloven dat het inderdaad
zo in elkaar zat. De tweede poging die werd ondernomen, toen het college zag dat op de kop van de haven
een veel betere optie was, en dit wilde voorleggen aan de raad met dezelfde vraag, waarbij het net als de
eerste keer om een uitwissel ging met de lokatie Vliestroom, werd het ook niet gehaald en ook toen ontbrak
het argument. De derde keer was een particulier initiatief en daar had de gemeente niets mee te maken.
Vandaar de opmerking van de voorzitter, is het niet zo dat, bij gebrek aan argumentatie, er andere
argumenten zijn die natuurlijk niet als argumenten te hanteren zijn omdat ze meer te maken hebben met
verborgen agenda's. Het komt hem overigens helemaal niet vreemd voor.
De heer Visser vraagt of de voorzitter dus zegt dat de raad invloed heeft ondervonden vanuit de bevolking of
zelf van oordeel is dat de heer Westers het niet zou moeten bouwen en dat de reden zou zijn geweest dat
het plan, slecht onderbouwd, door de raad is afgekeurd.
De voorzittter antwoordt dat hij, los hiervan, geen argumenten gehoord heeft. Afgezien hiervan hoorde hij
steeds weer die geluiden over een verborgen agenda. En daar is geen kruid tegen gewassen.
De heer Visser verzoekt om 5 minuten schorsing.
De voorzittter schorst de vergadering om 19.50 uur.
