VOkC^
Notulen van de openbare vergadering van de gemeenteraad van
Vlieland d.d. 28 juli 2003
1
Aanwezig: R.D. van der Mark (voorzitter)
W. Gieles, J. de Leng, C. Potiek, K. Sannes,
G. Veenstra, P.D. Visser, J. Zuidenga, raadsleden
R. A. Lanting, griffier,
F.E. Westers, wethouder
Met kennisgeving afwezig: T. Oosterbaan
Opening
De voorzitter opent om 20.00 uur de vergadering. Aan de agenda wordt toegevoegd onder punt 4a:
een toelichting van de voorzitter op de ontwikkelingen rond de huizen aan het Vorkduin.
2. Installatie nieuw raadslid de heer Zuidenga.
De heer Zuidenga wordt geïnstalleerd als lid van de Raad van de gemeente Vlieland.
3. Mededelingen
De heer T. Oosterbaan heeft zich afgemeld.
4. Spreekrecht burgers
Van de publieke tribune krijgt de heer Vrielink het woord.
De heer Vrielink zegt naar aanleiding van het incident op de Vliehors waarbij een oefenbom niet ver
van het drenkelingenhuisje is gevallen, te hebben gelezen in de media dat de burgemeester
gereageerd zou hebben met de uitspraak dat als defensie de veiligheid niet kan garanderen, de
oefeningen maar gestaakt zouden moeten worden. Later las hij in de media dat defensie geen
excursies meer zullen toestaan. In Uit het Kastje heeft een publicatie gestaan van een verzoek om het
drenkelingenhuisje te mogen verplaatsen. De heer Vrielink zegt dit de omgekeerde wereld te vinden,
ook bij verplaatsing kan defensie de veiligheid niet garanderen, het wachten is dan op een nieuw
incident en een totale afsluiting van de Vliehors. Hij vraagt aan het college om het verzoek om het
drenkelingenhuisje te verplaatsen niet te honoreren, (het staat ook op een historische plaats) maar de
luchtmacht te vragen zich aan de Vlielanders aan te passen door bijvoorbeeld gedurende een bepaald
dagdeel geen oefeningen te houden.
Voorts zegt hij gelezen te hebben dat de milieuvergunning aan land- en luchtmacht door de Raad van
State vernietigd is. Dit houdt in dat het Ministerie van VROM een nieuwe vergunning moet verlenen
wat weer 4 tot 5 jaar kan duren. Al die tijd is defensie al bezig met een vergunning die uit de jaren 60
stamt en niet meer toereikend is. Er zijn mensen die van mening zijn dat een inrichting als op de
Vliehors met dergelijke acitiviteiten met het verwerpen van de vergunning illegaal is. Alhoewel de
verantwoordelijkheid van de gemeente naar het rijk is gegaan zegt de heer Vrielink zich af te vragen
of de gemeente toch nog een financiële rekening kan verwachten. Hij wil het college vragen zich actief
te bemoeien met de vergunning die er aan komt om te voorkomen dat de gemeente straks voor
onaangename verassingen komt te staan.
De voorzitter bedankt de heer Vrielink voor zijn inbreng in dit belangrijke onderwerp. Voor wat betreft
de uitspraken in de media: de burgemeester heeft gezegd dat, als er een zwart/wit-situatie ontstaat
waarbij de overheid de Vliehors geheel wil afsluiten, waarmee een derde van het eiland niet meer
betreedbaar zou zijn, dit niet aanvaardbaar is en je je dan af zou kunnen vragen of defensie niet
ergens anders kan oefenen. Maar daar moet met defensie afspraken over te maken zijn. De Vliehors
is primair een natuurgebied wat betreedbaar moet blijven, voor vakantiegangers maar ook voor
eilanders, en secundair is het militair medegebruik. Defensie is van het incident erg geschrokken en
studeert nu op een plan voor verbeteringen. Verplaatsing van het huisje zou daar een onderdeel van
kunnen zijn.
Voor wat betreft de vernietiging van de vergunning door de Raad van State zegt de voorzitter dat
volgens de wet nu de oude vergunning in werking treedt, maar dat wil niet zeggen dat er nu iets
illegaals gebeurt.
Het negatieve oordeel van de Raad van State gaat over het beleidsmatige karakter van de
vergunningen die voorgelegd waren, bij de nieuwe vergunning die zal worden aangevraagd door het
Ministerie van Defensie wordt ook naar het inhoudelijke karakter gekeken, zoals geluidsoverlast,
vervuiling van de grond, in welke mate vindt dit plaats, is dit strijdig met de voorschriften en valt dit te
brengen binnen de normen van onze wetgeving. In dit kader wijst de voorzitter erop dat in het PKB
Waddengebied staat dat de regering geen kans ziet om deze acitiviteit uit te plaatsen en dat betekent
dat zij een beroep doet op artikel 5, landsbelang.
De primaire verantwoordelijke voor de uitvoering van de milieuwetgeving is de Provincie en degene
gemeente