Daarnaast is de bouw van meer zomerhuizen meer van hetzelfde ook al ligt er de toezegging dat deze het grootste deel van het jaar worden verhuurd. Het structuurplan geeft geen ruimte voor meer van hetzelfde. Het bouwen van extra zomerhuizen is wel zeker van invloed op de beddenboekhouding Naast het feit dat uw raad zou moeten besluiten tot het toekennen van bouwkavels zullen ook bedden uit de beddenboekhouding beschikbaar moeten worden gesteld. In totaal kan het dan gaan om 15 tot 20 gevallen. Een dergelijke verdichting van het bestemmingsplan betekent 20 x 8 160 bedden uit de beddenboekhouding. Deze bevat nog 250 bedden (hierbij is reeds rekening gehouden met de planologische ruimte als Vliestroom, uitbreiding meerdere bedrijven e.d.) Buiten het feit dat het toevoegen van woningen tegen het sinds 1975 gevoerde beleid en het karakter van het zomerhuizenterrein is, moet een dergelijke aanslag op het beddenbestand in een groter verband worden gezien. het ligt meer voor de hand deze mee te wegen bij de herziening van het structuurplan, welke voor 2004-2005 staat gepland. 1het gebied ligt niet in de EHS. Ten aanzien van de EHS kan worden gesteld dat er sprake is van een landelijk aangewezen EHS waarin heel Vlieland is ondergebracht en een provinciale EHS waar het dorp en het zomerhuizenterrein zijn uitgehouden. De EHS kent echter geen externe werking. Deze externe werking is er wel ten aanzien van de Vogel en Habitatrichtlijnen, waar het gebied inderdaad aan grenst. Verwezen wordt naar de bouw van de drie woningen op de Ankerplaats. Voor deze woningen was geen ontheffing op grond van de Flora en Faunawet nodig vanwege de gesteldheid van de bodem. Het betreffende terrein bestaat voor een groot deel uit stuifduin. Mede door het feit dat het gebied begrensd wordt door een weg, was hier geen levensvatbare populatie zandhagedissen aanwezig. Het is zeer goed mogelijk dat op de locaties zoals aangegeven door appellant een levensvatbare populatie zandhagedissen huist. Een deskundig rapport zat hierover uitsluitsel moeten geven en er zal een ontheffing moeten worden gevraagd. Nu de woningen formeel niet in de provinciale EHS vallen is wellicht geen compensatie op grond van de EHS noodzakelijk. Wel kan de externe werking van de Habitatrichtlijn er toe leiden, dat wanneer een ontheffing noodzakelijk is op grond van de Flora- en Faunawet een compensatie op grond van de Habitatrichtlijn noodzakelijk is omdat de zandhagedis voorkomt in de soorten van de Habitatrichtlijn. Zelfs al zou geen compensatie noodzakelijk zijn, wil dat niet zeggen dat dan maar medewerking moet worden verleend aan het bijbouwen van extra woningen. De raad heeft reeds in februari 2002 uitgesproken de natuurlijke waarde van het gebied en het bijzondere karakter van het zomerhuizenterrein zo belangrijk te vinden dat deze niet moet worden aangetast door de bouw van meer zomerhuizen binnen dit gebied. 1. het gemeentelijk beleid is bepalend maar een bebouwingsmogelijkheid op zes percelen tast het natuurgebied niet aan. Al sinds 1960 is voor de hier genoemde percelen duidelijk dat er geen bouwmogelijkheid op ligt. Er zijn naar de erfpachters van deze lege kavels nooit verwachtingen gewekt. Er is steeds een consistent beleid gevoerd ten aanzien van toevoegingen van kavels. Toevoeging van bouwmogelijkheden, anders dan nog waren toegestaan in het bestemmingsplan van 1981, waarvoor een speciale aanleiding aanwezig was, tast de openheid van het terrein aan. Het zomerhuizenterrein heeft het karakter van zomerwoningen in het natuurgebied en het extra bouwen van woningen in de tussenruimten tast dat karakter aan. Dit is al eens aangegeven door de raad bij de weigering van een vrijstelling ex artikel 19 WRO te voeren in februari 2002. Verwijzing naar bouwmogelijkheden op het voormalig tenthuizencomplex is niet terecht. Destijds is aan het permanent maken van deze voormalige tenthuisjes meegewerkt omdat hierdoor minder schade aan de natuur zou ontstaan. Het opbouwen en afbreken van de tenthuisjes en de daarbij behorende vervoersbewegingen waren voor het gebied veel schadelijker dan het permanent maken van deze tenthuisjes. Op dit terrein De Kaap wordt geen medewerking verleend aan toevoeging van woningen.

Raadsnotulen van de Gemeente Vlieland

Raadsnotulen | 2003 | | pagina 25