gemeente
De raad van de gemeente Vlieland;
Overwegende dat
het ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen van 30 juni tot en met 28 juli 2003;
tegen dit ontwerp-bestemmingsplan een drietal zienswijzen zijn ingebracht;
deze zienswijzen alle tijdig zijn ingekomen en daarmee ontvankelijk zijn;
de indieners van de zienswijzen in de gelegenheid zijn geweest hun zienswijzen mondeling toe te lichten
tijdens een hoorzitting ten overstaande van de raad op maandag 25 augustus 2003;
de zienswijze van de heer Beerda, Uilenburg 18, 8651 EK IJlst
Deze zienswijze bestaat uit 2 delen:
verzoek om op de kavel Duinkersoord 44 ook een arcering "afwijkende kapregeling toegestaan" te leggen.
Hierdoor zou een nieuw te bouwen woning kunnen worden voorzien van een dak met een dakhelling van
minder dan 30°.
Tegen dit verzoek bestaan planologisch geen bezwaren.
De bestemmingsplan kaart kan dienovereenkomstig worden aangepast.
1bezwaar tegen het opnemen van het splitsen van woningen als strijdig gebruik.
Op grond van het bestemmingsplan mag per kavel één woning worden gebouwd. Het splitsen van
woningen was ook al verboden. Het is nu duidelijk als strijdig gebruik opgenomen.
Dit volgt de landelijke norm.
Het blijft mogelijk om in een woning twee appartementen te maken, alleen moet de woning dan wel aan
een aantal voorwaarden voldoen.
Dit zijn bijvoorbeeld: uiterlijk één woning; één centrale voordeur en één trapopgang als er sprake is van
een verdieping.
De wens van de heer Beerda om de woning te verdelen in één groot en één klein appartement blijft dus
mogelijk.
de zienswijze van de heer R.J.van der Wal, Sleutelbloem 24, 8935 RP Leeuwarden.
1het aanwezig zijn van meerdere lege kavels hoeft geen belemmering te zijn de thans gevraagde zes
bouwmogelijkheid op de bedoelde percelen te leggen.
De gemeente is van mening dat op grond van het gelijkheidsbeginsel ook op andere percelen een
bouwmogelijkheid moet worden gelegd als aan het verzoek van appellanten tegemoet wordt gekomen.
In het voortraject is van meerdere zijden de vraag gesteld of ook op andere percelen een
bouwmogelijkheid kon worden gelegd, of dat percelen voor dat doel konden worden gesplitst.
De raad van de gemeente Vlieland heeft reeds op 25 februari 2002 uitgesproken geen verdichting van
woningen in het zomerhuizenterrein voor te staan.
Het meewerken aan de verzoeken van de appellanten (vertegenwoordigd door de heer Van der Wal)
geeft zeker een ongewenste precedentwerking.
2. de procedure tegen het weigeren van een bouwvergunning is ingetrokken omdat bekend werd dat een
bestemmingsplan procedure werd opgestart en men zich hierop wou richten.
de keuze het bezwaar of beroep in te trekken welke de bezwaarmaker gemaakt heeft. Als de bezwaar
en beroepsprocedure van de bouwvergunning was doorgezet was nu duidelijk geweest of de
gemeenteraad op goede gronden de vrijstelling (en daarmee de bouwvergunning) heeft geweigerd.
1. verwezen wordt naar het structuurplan, dit geeft slechts richtlijnen, de bebouwingsmogelijkheden liggen
binnen bestaande planologische grenzen; de woningen worden voor het grootste deel van het jaar
verhuurd en er is geen strijd met de stabilisatiegedachte.
Het structuurplan zegt dat de kwaliteitsverbetering primair binnen de bestaande ruimtelijke grenzen van
de bestemming moet plaatsvinden. In het zomerhuizenterrein liggen de zomerhuizen in de bestemming
natuurgebied. Bij het bouwen van meer zomerhuizen wordt dus de bestemming natuurgebied geweld
aangedaan. Veranderingen kunnen plaatsvinden binnen de mogelijkheden van de bestaande
bestemmingen (lees bouwpercelen). Hiervan is de laatste jaren dan ook sprake. In een verhoogd tempo
worden zomerhuizen vernieuwd en verbeterd binnen het bestaande bouwvlak. Hiervoor is dan geen
extra natuurgebied nodig.