I V&cC^^>
gemeente
De heer Gieles vraagt naar aanleiding van de besluitenlijst van 29 april wat er, nu de kerstpakketten
zijn afgeschaft, gaat gebeuren met het geld wat hiervoor uitgetrokken was. Zijn suggestie is dit aan
een goed doel te schenken.
De voorzitter antwoordt dat er geen financiële overwegingen aan het besluit ten grondslag lagen, maar
dat ideeën welkom zijn.
Naar aanleiding van nummer 4 van de ingekomen stukken vraagt mevrouw De Leng of de zaak Sea
Track nu helemaal afgesloten is.
De voorzitter antwoordt dat er nu nog één bezwaarprocedure loopt waarop zo spoedig mogelijk een
besluit zal worden genomen door het college.
Naar aanleiding van nummer 6 van de ingekomen stukken zegt de voorzitter de raad in overweging te
willen geven het volgend jaar wel het VNG-congres te bezoeken, daar hier nuttige kennis kan worden
opgedaan en contacten gelegd.
Besloten wordt de ingekomen stukken nummers 1 tot en met 10 voor kennisgeving aan te nemen en
de afdoening daarvan in handen te stellen van het college van burgemeester en wethouders, en ten
aanzien van punt 11 het gemeentebestuur van Heythuysen schriftelijk te informeren dat de raad van
de gemeente Vlieland begrip heeft voor de wijze waarop men de problematiek aan de orde heeft
gesteld.
6. Vaststellen wijziging verordening afvalstoffenheffing en hondenbelasting 2003
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
7. Vaststellen wijziging IZA-regeling als gevolg van voorgenomen fusie tussen IZA en VGZ
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
8. Goedkeuring begroting 2003 en tarieven 2003 van de Stichting Aanloophaven Vlieland
De heer Gieles zegt dat de voorzitter vorig jaar weliswaar de opmerking heeft geplaatst dat gezien de
toekomstplannen ook de Vlielanders een behoorlijke prijs zouden moeten betalen maar hij vindt dat
een en ander wel netter opgelost had kunnen worden. Het valt op dat er in de verhoging van de
havengelden enige differentiatie is toegepast voor wat betreft de grootte van de boot. De stichting zou
echter ook rekening kunnen houden met het gebruik van de ligplaats: recreatief of bedrijfsmatig. Dat er
een convenant zou bestaan was hem niet bekend, aldus de heer Gieles. De fractie van de PvdA vindt
dat de tarieven beter bekeken moeten worden en dat er een nieuw voorstel moet komen.
De heer Veenstra zegt dat zijn fractie ook meer informatie wil en vraagt of de tarieven ook geïndexeerd
zijn.
De voorzitter antwoordt dat de goedkeuring door de raad van de begroting en tarieven van deze
stichting een hoog pro-forma gehalte heft. De gemeente subsidieert de stichting niet. Het bestuur
bestuurt en de gemeente maakt niet uit welke tarieven er gehanteerd worden. Het bestaan van een
convenant en brieven daaromtrent zijn de voorzitter niet bekend, hij heeft hier nooit stukken van
gezien.
De heer Visser zeat hierop dat het zogenaamde convenant inhoudt dat bij de oprichting van de
stichting in de statuten van 1981 een zekere tariefsvorming is afgesproken: de tarieven zouden laag
blijven in ruil voor het onderhoudswerk wat de vereniging aan de haven zou plegen. Nu, 20 jaar later, is
dit niet meer aan de orde, aldus de heer Visser. Ook is afgesproken dat in ruil voor lage tarieven de
ligplaatsen die vrij zouden zijn onmiddellijk vervallen aan de stichting. Maar dit is geen convenant.
De heer Gieles zegt dat je het niet kunt afdoen met het geldt niet meer want het is 23 jaar geleden; het
is wel opgeschreven. Hij is het er mee eens dat als je de tarieven voor de gasten verhoogt, dan ook
voor de eilanders. Maar het gebruik van de boten is nogal verschillend en het is niet onredelijk om hier
differentiatie in aan te brengen. Als dit nodig is dan moeten de statuten gewijzigd worden. Het pro-
forma gehalte mag dan hoog zijn, als je iets moet goedkeuren dan mag je er ook iets over zeggen.
Tarieven zijn belangrijk. Maar als er op een goedkeuringsvoorstel door de raad geen nee gezegd mag
worden, dan kun je er net zo goed mee ophouden.
De voorzitter zegt dat de raad wel een oproep kan doen aan het bestuur om naar differentiatie van de