C
yC^cC^r^)
menieente
Raadsvergadering
30 juni 2003
Agendapunt
9
Onderwerp
Meerjarenplan onderhoud wegen
-
Aan de leden van de raad der gemeente Vlieland,
Op 16 januari 2001 is door het college van B&W het wegenonderhoudsplan 2001 - 2005 e.v. vastgesteld.
In dezelfde maand is dit plan in uw raad aan de orde geweest. Verschillende ontwikkelingen, waaronder
een aantal gewijzigde uitgaven aan groot onderhoud en reconstructie, maken het wenselijk om eerder dan
gepland een nieuw meerjarenonderhoudsplan wegen vast te stellen.
In het voorliggende plan wordt een totale doorkijk gegeven van het noodzakelijke onderhoud aan de bij de
gemeente in beheer zijnde wegen voor een (reken)periode van 47 jaar. Hieraan ten grondslag ligt een
gedetailleerde planning voor de jaren 2004-2006, een globale planning voor 2007-2010, en een
theoretische planning in de daarop volgende jaren, om een doorrekening van complete onderhoudscycli
mogelijk te maken.
In het voorliggende nieuwe plan wordt tevens aangegeven welke van de voornemens uit 2001 zijn
gerealiseerd, en wat de stand van zaken is van nog niet gerealiseerde voornemens.
Een eerste doorrekening gaf een zeer groot tekort te zien, reden waarom het plan niet eerder aan uw raad
kon worden gepresenteerd. De oorzaak bleek deels gelegen in een fout in het rekenmodel. Tevens is om
tot een meer aanvaardbaar structurele onderhoudslast te komen een aantal alternatieve modellen
doorgerekend. Deze oorzaken hebben ertoe geleid, dat meer tijd nodig was om tot het voorliggende plan te
komen.
Na het oplossen van de modelfout en na uitvoerige controle blijkt voor de tot nu toe gehanteerde
onderhoudsfilosofie een bedrag van 216.000 excl. BTW jaar nodig te zijn. Dit komt, gecorrigeerd voor
inflatie, vrijwel overeen met de fl. 500.000 die in het wegenplan van 2001 als noodzakelijke structurele
inspanning werd aangegeven.
Er zijn twee alternatieve onderhoudsmodellen doorgerekend, waarbij wordt uitgegaan van een geringere
onderhoudsinspanning, deels volledig gekoppeld aan het moment van de noodzakelijke vervanging van de
riolen. In een nadere variant wordt de mogelijkheid van het gedeeltelijk uitvoeren van klein onderhoudswerk
in eigen beheer in de berekening meegenomen. In deze meest vergaande optie tot besparing (model C2)
moet binnen de dienst capaciteit worden gecreëerd voor het zelf uitvoeren van een deel van de kleine
onderhoudswerkzaamheden, waarmee, met behoud van kwaliteit en veiligheid, een deel van de uit te
besteden onderhoudswerkzaamheden kunnen worden getemporiseerd. Met een door één man in
gemiddeld 2 dagen per week te straten oppervlak van 1000 m2 per jaar aan plaatselijke reparaties aan
parkeerplaatsen, stegen en klinkerwegen kan een besparing van ca. 15.000 per jaar worden ingeboekt
ten opzichte van uitbesteed werk.
De bedragen die uit de doorgerekende alternatieve modellen naar voren komen liggen tussen de 162.000
en 177.000 per jaar.
Het college heeft een voorkeur voor onderhoudsvariant B.
In de genoemde bedragen zijn nog niet opgenomen de meerkosten van nog komende reconstructies
investeringen zoals de reconstructie Postweg (versterking wegkanten met puingranulaat en
doorgroeistenen) en eventuele toekomstige beleidsvoornemens. Het gaat uitsluitend om onderhoud van de
bestaande wegen in de huidige vorm.
Sinds 2001 is het reguliere onderhoudsbudget op de begroting drastisch verlaagd, en in plaats daarvan is
voor grote werken (Badweg, Dorpsstraat, Kampweg) een (gedeeltelijke) financiering op basis van
kapitaallasten gekozen. Voordeel van deze werkwijze is dat sneller grote bedragen kunnen worden ingezet,
nadeel van deze werkwijze is dat de structurele ruimte sneller wordt opgesoupeerd. Wel nemen de
kapitaalslasten door het teruglopen van het rente-aandeel in de loop der jaren af. Na de uitvoering van de
Kampweg resteert voor 2004 een structurele ruimte van 44.500 per jaar (zie overzicht beschikbare
middelen, bijlage 1)
