per 1 september vervuld zal worden, zodat 2/3 van het budget daadwerkelijk eenmalig vrij kan vallen:
23.000. Structureel blijft de formatieplaats en het benodigde budget geheel beschikbaar.
c. vacature OW. bwt-er
Op het onderdeel bouw- en woningtoezicht van de afdeling Openbare Werken is een vacature. Deze
vacature is tot en met mei ingevuld voor 32 uren per week door een medewerkster van een extern
bureau. De budgettaire gevolgen daarvan zijn verwerkt in begrotingswijziging 3 -2003. Inmiddels heeft
ons college besloten de vacature structureel in te vullen door het betreffende externe bureau voor 16
uren per week in te schakelen voor de inhoudelijke werkzaamheden, en een medewerker aan te
trekken voor eveneens 16 uren per week voor de administratieve werkzaamheden binnen het
werkveld bouw- en woningtoezicht. Van de vacaturemiddelen van 27.000 in 2003 is 5.000 nodig
ter bekostiging van het salaris 2003 (structureel: 12.000), en is in 2003 22.000 extra benodigd voor
de voortgezette inschakeling van het externe bureau (structureel per jaar: 54.000).
d. zomerkracht Openbare Werken
De zomerkracht Openbare Werken is in 2003 voor een jaar in eigen dienst genomen, in plaats van
deze aan te trekken via een uitzendbureau. De kosten 14.000) kunnen geheel gedekt worden uit
het bestaande budget voor inhuren van extern personeel.
e.. f. en q.. structurele aanpassing personeelsbudget
Het nadeel ten opzichte van de begroting 2003 is ongeveer voor 50% ontstaan door een foutieve
raming van de kosten van een formatieplaats die per 1 juli 2002 werd ingevuld. Voor het overige
betreft het verschillende afwijkingen door te lage ramingen en incidentele aanpassingen van salaris
als gevolg van functiewaardering.
Salariskostenontwikkelinq 2004
In de meerjarenbegroting 2003 - 2006 is gerekend met een raming voor salariskosten in 2004 van
1.607.000. Op grond van de werkelijke salarissen t/m 2003, en met inbegrip van het CAO-akkoord
en het invullen van de huidige vacante functies, wordt een salarispost voor 2004 verwacht van
1.718.000. Dit betekent een meerlast van 111.000 structureel.
Rente en afschrijvingen
De beleidsvoornemens 2003 bestaan voor een deel uit investeringen. Daarvoor zijn de rente- en
afschrijvingslasten structureel opgenomen in de begroting. Een deel van deze investeringen zijn tot nu
toe niet uitgevoerd. Te verwachten is dat hierdoor een zekere onderuitputting ontstaat in de
kapitaallasten. Deze onderuitputting wordt geschat op 45.000 11.000 afschrijvingen en 34.000
rente).
Daarnaast is er bij het opstellen van de begroting vanuit gegaan dat een deel van de reserves en
voorzieningen per 1 januari 2003 zou zijn besteed, en dus niet beschikbaar zou zijn voor de interne
financiering. Door het gereedkomen van de jaarrekening 2002 is gebleken dat een deel van de
verwachte besteding van die bestemmingsreserves en voorzieningen nog niet heeft plaatsgevonden.
Hierdoor konden de betreffende middelen (eenmalig) ingezet worden als financieringsmiddel. Het
eenmalige voordeel dat hierdoor ontstaat, bedraagt 49.000. Tenslotte is in de oorspronkelijke
begroting 2003 gerekend met een rentevoet voor korte financiering van 5%. Gezien de werkelijke
kosten kan deze neerwaarts worden bijgesteld tot 4%. Deze neerwaartse bijstelling levert eenmalig
een voordeel op van 7.000.
Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering 2003 was gebaseerd op de meicirculaire 2002. Op dat moment
bedroeg de uitkeringsfactor 2003:1,279. Er werd uitgegaan van een stijging van de algemene uitkering
van 1,4%. Inmiddels bedraagt de uitkeringsfactor 1,312 en wordt er uitgegaan van een structurele
algemene uitkering van 2.015.000. Hierbij is aangenomen dat de structurele korting op de algemene
uitkering in 2004 als gevolg van het invoeren van het btw-compensatiefonds (BCF) 158 per inwoner
(1.200 inwoners) bedraagt. Verwacht wordt dat de voorlopig definitieve verlaging terzake één dezer
dagen bekend gemaakt wordt.
Een algemene uitkering van 2.015.000 betekent ten opzichte van de begroting 2003 een structureel
voordeel van 78.000, welk voordeel voor het overgrote deel toegeschreven kan worden aan de
verhoogde uitkeringsfactor. Voor 2004 wordt een verdere stijging verwacht van 1%. De stijging van de
algemene uitkering in 2004 is laag geraamd vanwege de grote onzekerheden en de negatieve
berichten over 's Rijks financiën en de effecten daarvan op het Gemeentefonds.