De raad van de gemeente Vlieland:
overwegende dat
het vigerende bestemmingsplan Buitengebied is vastgesteld in 18 augustus 1973;
de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaalt dat eens in de tien jaar een bestemmingsplan dient te worden
herzien;
de herziening van een nieuw bestemmingsplan door allerlei omstandigheden is vertraagd;
het concept- bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen van 2 april t/m 29 april 2002;
de zienswijzen te zamen met de opmerkingen uit het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke
Ordening zijn verwerkt in een ontwerp-bestemmingsplan;
dit ontwerp-bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen van 3 maart tot 31 maart 2003;
hiertegen drie schriftelijke en één telefonische reactie is binnengekomen;
de telefonische reactie van de DGW&T van Defensie een zienswijze betrof op het concept
bestemmingsplan, welke de gemeente niet had ontvangen;
deze zienswijze het tekstgedeelte van de Beschrijving in Hoofdlijnen over militair gebruik betreft;
de DGW&T wenst dat in de betreffende alinea de Structuurschema's Militaire terreinen wordt toegevoegd;
deze kleine aanpassing nog in het ontwerp-bestemmingsplan kon worden verwerkt;
op 28 maart 2003 een schriftelijke reactie is ontvangen van de Waddenvereniging;
deze reactie tijdig is ontvangen en daarmee ontvankelijk is.
dat deze reactie kan worden onderverdeeld in 7 punten, namelijk
1- de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn
2- militaire doeleinden
3- het opnemen van een begripsomschrijving militaire doeleinden
4- het strandpaviljoen en het permanent gebruik ervan
5- het tegengaan van meerdere strandpaviljoens
6- kampeerterrein Stortemelk
7- fietspaden
dat ten aanzien van deze punten het volgende kan worden opgemerkt dat:
1de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn is opgenomen voorzover nu mogelijk is
voor de aanwijzing van de speciale beschermingszones nog veel inventarisatiewerk moet worden
verricht;
om de voortgang van het bestemmingsplan Buitengebied niet verder te frustreren er voor gekozen is de
verdere implementatie samen te doen met de andere waddeneilanden;
in OOW verband dit zal worden opgepakt. Voor Vlieland betekent dit een partiële bestemmingsplan
herziening ten aanzien van de Vogel- en Habitatrichtlijn.
artikel 6 van deze richtlijn integraal in het bestemmingsplan overnemen weinig zin heeft een verwijzing
naar andere wetgeving voldoende dient te zijn.
2. de vereniging voor het militair terrein een wijzigingsbevoegdheid van militaire doeleinden in
natuurgebied wenst;
voor het militair medegebruik dit niet noodzakelijk is omdat het om medegebruik gaat, waar de
hoofdbestemming al natuurgebied is;
het voor het kamp zelf nog niet duidelijk is wat defensie met dit kamp wil. De luchtmacht blijft voorlopig
aanwezig;
ons college het veel verstandiger vindt om de ontwikkelingen af te wachten en via een partiële
herziening wil kiezen voor een andere bestemming als dit noodzakelijk mocht zijn.
3. de vereniging een begripsomschrijving voor het militair medegebruik op de Vliehors wenst waarin dit
medegebruik nauwkeurig wordt omschreven;
het militair gebruik niet in de begripsomschrijving is opgenomen omdat het om een medegebruik gaat.
Ook voor het agrarisch medegebruik en het dagrecreatief medegebruik geen begripsbepaling is
opgenomen;
het specifieke gebruik ten behoeve van defensie deels is omschreven in het Structuurschema Militaire
Terreinen en tevens verder wordt uitgewerkt in de milieuvergunning;
een begripsomschrijving in een bestemmingsplan niet het geëigende instrument is om nauwkeurig op te
sommen wat het medegebruik inhoudt.
4. het strandpaviljoen aan de eisen zoals die zijn gesteld in de intentieverklaring tussen het ministerie van
Verkeer en Waterstaat en de waddeneilanden voor wat betreft aan de eisen van demontabele
strandpaviljoens, voldoet;
funderingen niet demontabel kunnen zijn omdat ze daarmee niet meer als fundering dienst kunnen
doen;
het permanent gebruik van het strandpaviljoens niet in een bestemmingsplan kan worden geregeld;
in het bestemmingsplan "partiële herziening van het bestemmingsplan voor het buitengebied
(strandpaviljoen)" van 2000 al sprake was van een permanent gebruik van het strandpaviljoen en er is
dus geen sprake van een proef maar van een reeds legale situatie;