\C^cC^r^> Zij is van mening dat de 1e fase succesvol is afgesloten en dat er geen redenen bestaan om door te gaan met de volgende fase. Op 25 november 2002 heeft de raad van de gemeente Vlieland besloten accoord te gaan met een procedure om eventueel te komen tot een nieuw bestemmingsplan voor het kampeerterrein en de directe omgeving. Het besluit van de raad geeft de ruimte om aan de hand van allerlei onderzoeken aan te tonen dat het plaatsen van luxe trekkershutten noodzakelijk is voor het voortbestaan van het kampeerterrein. Uit het advies van de provinciale dienst in het zogenaamde artikel 10 BRO overleg is de wijzigingsbevoegdheid verwijderd uit het bestemmingsplan Buitengebied om mogelijke ontwikkelingen bij het kampeerterrein te regelen. Er is dus gekozen voor een aparte bestemmingsplanprocedure voor dit gebied. De zienswijze van de WSV is in het buitengebied dan ook niet meer op zijn plaats en zal gemaakt moeten worden bij de afwegingen van een eventueel nieuw te maken bestemmingsplan Stortemelk en omgeving. Voordat dit bestemmingsplan in procedure wordt gebracht moet duidelijk zijn dat het kampeerterrein aan de gestelde eisen voldoet. wij stellen u dan ook voor de zienswijzen van de WSV ongegrond te verklaren. IV. Op 1 april 2003 is een zienswijze ingebracht door de Stichting Werkgroep Vlieland (SWV). De termijn van de terinzagelegging duurde tot 31 maart 2003. Doordat 30 maart 2003 op een zondag viel zijn alle zienswijzen die zijn ingekomen op 31 maart 2003 nog meegenomen. De zienswijze van de SWV is op 1 oktober 2003 bezorgd en is dus niet tijdig ingebracht De reden van te late indiening lag bij persoonlijke omstandigheden die niet verschoonbaar zijn op grond van de Termijnenwet. De zienswijze is te laat ingediend en dus niet ontvankelijk. Ondanks het feit dat de Stichting werkgroep Vlieland een zeer positieve bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van het bestemmingsplan is het te laat indienen van een zienswijze ook hier een reden deze niet meer in behandeling te nemen. Gezien het vorenstaande adviseren wij u het bestemmingsplan ongewijzigd vast te stellen met als aantekening dat de opmerking van DGWT die gemaakt is in het kader van het concept-bestemmingsplan nog is verwerkt in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan kan dan worden gepubliceerd en ter goedkeuring worden gezonden aan Gedeputeerde Staten van Fryslan. Oost-Vlieland, 15 april 2003 Burgemeester en wethouders van Vlieland, R.D. van der Mark, burgemeester Mr. B.P. Oosthoek, secretaris

Raadsnotulen van de Gemeente Vlieland

Raadsnotulen | 2003 | | pagina 31