gemeente
1De implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn is opgenomen voorzover nu mogelijk is.
Voor de aanwijzing van de speciale beschermingszones moet nog veel inventarisatiewerk worden
verricht.
Om de voortgang van het bestemmingsplan Buitengebied niet verder te frustreren is er voor
gekozen de verdere implementatie samen te doen met de andere waddeneilanden.
In OOW verband zal dit worden opgepakt. Voor Vlieland betekent dit een partiële bestemmingsplan
herziening ten aanzien van de Vogel- en Habitatrichtlijn.
Artikel 6 van deze richtlijn integraal in het bestemmingsplan overnemen heeft weinig zin een
verwijzing naar andere wetgeving dient voldoende te zijn.
2. De vereniging wil voor het militair terrein een wijzigingsbevoegdheid van militaire doeleinden in
natuurgebied.
Voor het militair medegebruik is dat niet noodzakelijk omdat het om medegebruik gaat, waar de
hoofdbestemming al natuurgebied is.
Voor het kamp zelf is het nog niet duidelijk wat defensie met dit kamp wil. De luchtmacht blijft
voorlopig aanwezig.
Ons college vindt het veel verstandiger om de ontwikkelingen af te wachten en via een partiële
herziening te kiezen voor een andere bestemming als dit noodzakelijk mocht zijn.
3. Voor de Vliehors wenst de vereniging een begripsomschrijving voor het militair medegebruik waarin
dit medegebruik nauwkeurig wordt omschreven.
Het militair gebruik is niet in de begripsomschrijving opgenomen omdat het om een medegebruik
gaat. Ook voor het agrarisch medegebruik en het dagrecreatief medegebruik is geen
begripsbepaling opgenomen.
Het specifieke gebruik ten behoeve van defensie is deels omschreven in het Structuurschema
Militaire Terreinen en wordt tevens verder uitgewerkt in de milieuvergunning.
Naar onze mening is een begripsomschrijving in een bestemmingsplan niet het geëigende
instrument om nauwkeurig op te sommen wat het medegebruik inhoudt.
4. Het strandpaviljoen voldoet aan de eisen zoals die zijn gesteld in de intentieverklaring tussen het
ministerie van Verkeer en Waterstaat en de waddeneilanden. Op grond van deze intentieverklaring
voldoet het strandpaviljoen aan de eisen van demontabele strandpaviljoens.
Funderingen kunnen niet demontabel zijn omdat ze daarmee niet meer als fundering dienst kunnen
doen. Zoals in vele Nederlandse kustplaatsen is ook op Vlieland de fundering sterk genoeg om zee
en wind te weerstaan.
Het permanent gebruik van het strandpaviljoens kan niet in een bestemmingsplan worden geregeld.
Opgemerkt moet worden dat er in het bestemmingsplan "partiële herziening van het
bestemmingsplan voor het buitengebied (strandpaviljoen)" van 2000 al sprake was van een
permanent gebruik van het strandpaviljoen. Er is dus geen sprake van een proef maar van een
reeds legale situatie.
5. Het standpunt ten aanzien van verdere toename van strandpaviljoens wordt voor kennisgeving
aangenomen.
6. Het standpunt ten aanzien van mogelijke ontwikkelingen rond het kampeerterrein Stortemelk wordt
voor kennisgeving aangenomen.
7. Eventuele nieuw aan te leggen fietspaden is slechts mogelijk via een wijzigingsbevoegdheid ex
artikel 11 WRO (toestemming van de provincie noodzakelijk), mits rekening wordt gehouden met
het gestelde in de beschrijving in hoofdlijnen ten aanzien van de VHR, de natuurlijke zonering en
landschappelijke waarden.
Het aanleggen van fietspaden is een veel minder ingrijpende maatregel dan bijvoorbeeld het
bouwen van zomerhuisjes bij het kampeerterrein.
Ons college is dan ook van mening dat een wijzigingsbevoegdheid voldoende bescherming biedt
en dat een volledige bestemmingsplanprocedure hier niet noodzakelijk is.
Wij adviseren u het bestemmingsplan niet aan te passen op grond van de zienswijzen van de
Waddenvereniging.
III.Op 28 maart verzonden, ingeboekt op 1 april 2003 is ingekomen een reactie van de Vereniging
Vrienden van Kampeerterrein Stortemelk Vlieland (WSV),
Daar de enveloppe niet is bewaard is het mogelijk dat deze reactie op tijd is binnengekomen.
In verband met de zogenaamde verzendtheorie wordt deze reactie dan ook ontvankelijk verklaard.
De Vereniging had geen behoefte aan het houden van een hoorzitting, zodat de zienswijzen kunnen
worden afgedaan.
De WSV vindt dat de vertaling van het gestelde in het Structuurplan Visie voor Vlieland niet juist heeft
plaatsgevonden naar het bestemmingsplan Buitengebied.