y<l+cC^r^>
Raadsvergadering
31 maart 2003
Agendapunt
11
Onderwerp
Vaststellen verordening onderzoeken doelmatigheid en
doeltreffendheid gemeente Vlieland
Aan de leden van de raad der gemeente Vlieland,
Transparantie gemeentelijk handelen
Artikel 213a Gemeentewet verplicht tot het periodiek onderzoek verrichten naar de doelmatigheid en
doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur. Het gaat hierbij om een zelfonderzoek.
Toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid is van groot belang voor de
algemene oordeelsvorming over het gevoerde beleid. Met de instelling van de onderzoeken wordt beoogd
de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten, en daardoor doelmatiger en doeltreffender te
werken en de publieke verantwoording daarover te versterken. Alle zaken die voor een doelmatig en
doeltreffend bestuur van belang zijn kunnen daarbij aan de orde komen.
Het nieuwe artikel 213 a Gemeentewet
Artikel 213 a Gemeentewet luidt als volgt:
1Het college verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem
gevoerde bestuur. De raad stelt bij verordening regels hierover.
2. Het college brengt schriftelijk verslag uit aan de raad van de resultaten van de onderzoeken.
3. Het college stelt de rekenkamer of, indien geen rekenkamer is ingesteld, personen die de
rekenkamerfunctie uitoefenen, tijdig op de hoogte van de onderzoeken die hij doet instellen en zendt (hem)
haar, onderscheidenlijk hen, een afschrift van een verslag als bedoeld in het tweede lid.
Periodiek onderzoek
Het college moet periodiek toetsen of bij de ten uitvoerlegging van het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld
inzake milieu, ruimtelijke ordening, wegenonderhoud, huisvesting, wordt voldaan aan de eisen van
doelmatig en doeltreffend bestuur. Ook dient het college periodiek te onderzoeken of de inrichting van de
gemeentelijke organisatie (in brede zin, de personeelsformatie, de informatievoorziening, de
administratieve organisatie) en het gemeentelijke middelen beheer aan de gestelde eisen voldoet. Het
interne functioneren van derden die betrokken zijn bij de uitvoering van het gemeentelijk beleid
(bijvoorbeeld een gemeenschappelijke regeling of een privaatrechtelijke rechtspersoon waar de gemeente
in deelneemt, of een gesubsidieerde instelling of opdrachtnemer die taken uitoefent) valt niet onder de
reikwijdte van artikel 213 a Gemeentewet; wél echter kan vanuit het oogpunt van de gemeente in het kader
van artikel 213 a Gemeentewet de vraag aan de orde zijn of de gekozen wijze van taakuitoefening
doeltreffend en doelmatig is.
Het is in de nieuwe Gemeentewet de verantwoordelijkheid van de raad om regels te stellen die waarborgen
dat deze onderzoeksverplichting op een zinvolle wijze wordt ingevuld.
Onderwerp van onderzoek
Systematisch moet worden onderzocht of bereikt wordt wat de gemeente wilde bereiken (doeltreffendheid)
en of dit tegen zo laag mogelijke kosten is gebeurd (doelmatigheid). Zoals uit artikel 213 a lid 1
Gemeentewet blijkt moet er speciale aandacht worden besteed aan doelmatigheid enerzijds en
doeltreffendheid anderzijds.
Onderwerp van de onderzoeken is het door het college gevoerde bestuur. De kaders en doelen die de raad
gesteld heeft kunnen echter niet los gezien worden van het bestuur dat het college voert. Deze kaders
hebben immers invloed op de mate waarin een doelmatig en doeltreffend bestuur mogelijk is. Het door de
raad geformuleerde beleid zal dus, als dit relevant is, kunnen worden betrokken in het onderzoek naar
doeltreffendheid en doelmatigheid.
De onderzoeken als bedoeld in artikel 213a Gemeentewet kunnen verschillende onderwerpen en vorm
hebben. Te denken valt aan het meten van de effecten van begrotingsprogramma's aan de hand van
tevoren bepaalde indicatoren. Dat kunnen meetbare en telbare prestaties zijn. Ook kan worden gedacht
aan meningspeilingen in enigerlei vorm en andere "zachtere" meetmethoden. Naast de vraag óf de
doelstellingen zijn gehaald kan worden onderzocht of dat gebeurd is met een zo efficiënt mogelijk gebruik
van middelen.
Een andere activiteit die in het kader van dit artikel zou moeten plaatsvinden is een doorlichting van de
beheersprocessen, zoals de doelmatigheid van de interne controle.