Raadsvergadering
24 februari 2003
Agendapunt
10
Onderwerp
Gedragscode voor bestuurders
gemeente
Aan de leden van de raad der gemeente Vlieland,
Het doel van de gedragscode voor bestuurders is om bestuurders een houvast te bieden bij het bepalen
van normen omtrent de integriteit van het bestuur. De code kan de discussie stimuleren om lokaal tot regels
te komen, waarbij rekening kan worden gehouden met specifieke omstandigheden. De code bevat regels
zowel voor het bestuursorgaan in zijn geheel als voor bestuurders afzonderlijk. Onder bestuurders worden
primair verstaan burgemeester en wethouders. De code kan naar analogie ook worden toegepast op
raadsleden, indien noodzakelijk in aangepaste vorm. Het college stelt uw raad voor hiertoe te besluiten en
de positie van raadsleden op te nemen in de gedragscode voor bestuurders. Met de aanvaarding van het
wetsvoorstel tot dualisering van het gemeentebestuur zal de aanwezigheid van gedragscodes voor
gemeenten per 7 maart 2003 verplicht worden gesteld. Raden hebben eventueel de mogelijkheid deze
termijn met een jaar te verlengen.
De code geeft niet per definitie regels die rechtskracht hebben, maar heeft vooral bestuurlijke en politieke
relevantie. Bestuurders zijn pp de naleving van gedragscodes aanspreekbaar en wanneer zij zich er niet
aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en voor hun positie. Overigens kan de
rechtskracht van de code versterkt worden door deze onderdeel te maken van een verordening die op
gemeentelijk niveau wordt vastgesteld. Niet voor alle regels ligt een dergelijke juridische verankering echter
voor de hand. Naast deze code bestaan er voorschriften die in de wet of elders geregeld zijn, bijvoorbeeld
over fraude, valsheid in geschrifte en over nevenfuncties. Dergelijke voorschriften zijn niet in deze code
opgenomen.
De code bevat zowel normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen als regels over procedures die
moeten worden gevolgd. Procedure-afspraken kunnen een onlosmakelijk onderdeel zijn van een
gedragsregel en de transparantie en daarmee de controleerbaarheid vergroten.
De code bestaat uit twee onderdelen. Deel I beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit en plaatst
daarmee het vraagstuk in een breder kader. Zij vormen als het ware de algemene uitgangspunten voor de
gedragscode. Deel II bevat de feitelijke gedragsregels, waarbij een aantal thema's wordt onderscheiden:
algemene bepalingen
belangenverstrengeling en aanbesteding
nevenfuncties
informatie
aannemen van geschenken
bestuurlijke uitgaven
declaraties
creditcards
gebruik van gemeentelijke voorzieningen
reizen buitenland
Voor de opstelling van de code is mede gebruik gemaakt van bestaande voorbeelden in gemeenten en
provincies.