gemeente ARTIKEL 6 1De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist. 2. Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders. 3. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad. 4. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten. 5. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. 6. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker. ARTIKEL 7 De burgemeester brengt over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk. ARTIKEL 8 Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op het burgerinitiatief gemeente Vlieland. De Verordening treedt in werking op de 43e dag na de datum van bekendmaking. Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 24 februari 2003, de griffier de voorzitter R.A.Lanting R.D. van der Mark

Raadsnotulen van de Gemeente Vlieland

Raadsnotulen | 2003 | | pagina 16