y<UcU.^
gemeente
De raad van de gemeente Vlieland,
Gelet op mogelijkheden de burgers meer te betrekken bij het openbaar bestuur;
Gelet op de discussie in de raad van 7 oktober 2002 naar aanleiding van de gespreksnotitie;
Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders d.d.
Besluit
Vast te stellen de: Verordening op het Burgerinitiatief gemeente Vlieland
ARTIKEL 1
In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een
initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.
ARTIKEL 2
De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een
initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.
Ongeldig is het verzoek dat:
a. niet door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;
b. een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of
c. niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.
ARTIKEL 3
1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de
gemeenteraad alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van
hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.
2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag
van indiening van het verzoek bepalend
ARTIKEL 4
Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:
1een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;
2. een vraag over het gemeentelijk beleid;
3. een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van
het gemeentebestuur;
4. een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van
het gemeentebestuur, of
5. een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de
raad een besluit is genomen.
ARTIKEL 5
1Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad
wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.
2. Het verzoek bevat ten minste:
een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;
een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;
de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de
verzoeker en zijn plaatsvervanger, en
een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de
initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.