- dat het aangaan van een voorovereenkomst eveneens geen functie heeft in het stabiliseren van de verblijfsrecreatie; - dat het stabilisatiebeleid vorm is gegeven door aan het gebruik van een woonhuis de bepaling te verbinden dat alleen ondergeschikt recreatief medegebruik is toege staan; - dat het stabilisatiebeleid daarnaast vorm is gegeven door de omvang van de bebouwing aan een maximum te verbinden; - dat het binnen de grenzen van het planologisch beleid de volledig vrije en eigen keuze van bezwaarde is om te kiezen voor het plaatsen van minder (of meer) bedden teneinde daarmee de kwaliteit van het aanbod te vergroten; - dat de gemeente niet bepaalt en niet kan bepalen wat de kwaliteit en kwantiteit van het particulier recreatief aanbod is of moet zijn; - dat het beleid gericht op kwaliteitsverbetering van het recreatief produkt niet zal mogen leiden tot ontkrachting van het bestemmingsplan en daarmee het planolo gisch beleid; - dat de strijdigheid met het stabilisatiebeleid, in tegenstelling met hetgeen door bezwaarde is aangegeven, niet zozeer is gelegen in de toename van zes recreatieve bedden; - dat overigens voor het perceel Berkenlaan 15 de zelfstandige recreatieve functie wel verder wordt bevorderd; - dat de strijdigheid met het stabilisatiebeleid berust in het feit dat de grenzen van de bebouwing in omvang en aantal worden overschreden; - dat deze overschrijdingen niet door bezwaarde worden betwist; - dat in het bijzonder de bebouwingsbepalingen in het bestemmingsplan eenduidig aangeven waar de fysieke grens van de ruimtelijke ontwikkeling ligt en daarmee dus óók de grens van het recreatief medegebruik; - dat overigens bouwmogelijkheden ook afhankelijk zijn van Bouwbesluit, Bouw verordening en redelijke eisen van welstand; - precedentwerking - - dat van overschrijding van bebouwingsgrenzen een duidelijke precedentwerking kan uitgaan; - dat de mate waarin de situatie van bezwaarde verschilt met de situatie van andere eigenaren van woonhuizen in het plangebied en binnen dezelfde bestemming, nauwelijks van invloed kan zijn op de vrijstellingen die nu door bezwaarde worden gevraagd; - dat dit verschil is gelegen in het gebruik van de panden, waarbij de recreatieve functie van de panden 15 en 17 wordt gedoogd; - dat echter de maximale bebouwingsgrenzen die het bestemmingsplan biedt, van gelijke toepassing zijn op bezwaarde alsmede op andere eigenaren van woonhuizen binnen de vigerende bestemming; - dat op grond hiervan een precedentwerking reel is; - dat louter vanwege het gegeven dat een vorm van recreatief medegebruik is toegestaan, het van groot belang is dat aangegeven wordt waar de grens van de omvang van de bebouwing ligt; - dat overigens een vergelijking met de percelen Dennenlaan 17 en Berkenlaan 18 (Geertzen) niet opgaat omdat voor deze percelen sprake is van een specifieke bebouwings- en/of gebruiksregeling; 3

Raadsnotulen van de Gemeente Vlieland

Raadsnotulen | 1995 | | pagina 22