De raad der gemeente Vlieland;
beschikkende op het bezwaarschrift van de heer J. Tischmann, Berkenlaan 15
8899 BP Vlieland, ingediend door de heer mr. W. Sleijfer te Leeuwarden, geda
teerd 14 augustus 1995, ingekomen 16 augustus 1995 en nader aangevuld per brief
gedateerd 11 september 1995 en ingekomen 12 september 1995, tegen het besluit
van de gemeenteraad van Vlieland d.d. 26 juni 1995, onder nummer 8 en bekend
gemaakt 13 juli 1995, inhoudende het niet aanvragen van twee Verklaringen van
geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten van Friesland en daarmee weigeren van
twee verzoeken tot vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan, naar aanleiding
van door de raad gevoerde vrijstellingsprocedures op grond van artikel 19 en 19a
van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
gelet op hoofdstuk 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht;
gelezen het voornoemde bezwaarschrift, waarbij onder meer het navolgende is
gesteld:
- dat de heer Tischmann beoogd te komen tot een geringe uitbreiding van het
aantal bedden;
- dat de heer Tischmann tevens voor ogen heeft een verdere kwaliteitsverbetering
te realiseren;
- dat deze zaken echter alleen mogelijk zijn door uitbreiding van de bebouwing;
- dat kwaliteitsverbetering van het recreatief produkt op het eiland bovendien de
steun heeft van gemeente en provincie;
- dat de weigering tot het verlenen van vrijstelling strijdig is met algemene
beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het motiveringsbeginsel en het
gelijkheidsbeginsel;
- dat in de strijdigheid met het bestemmingsplan geen afwijzing van de vrijstelling
kan worden gevonden;
- dat immers het er om gaat dat in concreto welke belangen van cliënt in het
geding zijn;
- dat dit daarna tegen een eventuele handhaving van het bestemmingsplan kan
worden afgewogen;
- dat niet is gebleken dat er sprake is van precedentwerking;
- dat niet is gebleken dat een mogelijke precedentwerking tot niet-aanvaardbare
gevolgen leidt;
- dat de gemeente in het verleden medewerking heeft verleend aan uitbreiding van
de bebouwing t.b.v. recreatieve doeleinden;
gehoord de toelichting en uiteenzetting van de bezwaren van de heer J. Tisch
mann, verwoord door de heer W. Sleijfer, tijdens een hoorzitting gehouden 10
oktober 1995, waarbij onder meer het navolgende is gesteld:
- dat door het nemen van een voorbereidingsbesluit de planologische voorwaarde
voor vrijstelling is vervuld;
- dat de bedenkingen van mevrouw Wagenaar en het bestuur van de Partij van de
Arbeid niet-ontvankelijk hadden moeten worden verklaard;
- dat deze geen eigen (rechts-)belang hebben om in rechte op te kunnen treden;
- dat de Algemene wet bestuursrecht specifiek spreekt over het begrip 'belangheb-
1