indien het nemen van een voorbereidingsbesiuit automatisch moet beteke
nen dat vrijstelling wordt verleend.
Conclusie: De gemeente heeft geen invloed op de kwaliteit van het recreatief aanbod
binnen de bestemming "Woonhuizen klasse A". Binnen het planologisch kader van het
bestemmingsplan "Dennenlaan-Zuid" heeft de gemeente ook geen invloed op de kwanti
teit van het aanbod. Het stabilisatiebeleid wordt niet gehandhaafd door het stellen van
maximum aantallen bedden, doch door het stellen van een maximum omvang van
bebouwing in combinatie met het aan een maximum verbinden van het recreatief
gebruik per woonhuis. Het overheersende recreatieve gebruik wordt gedoogd, echter
binnen de kaders van de maximaal toelaatbare bebouwing. Er bestaat geen aanleiding te
veronderstellen dat de bestaande gedoogde situatie tevens betekent dat vrijstelling wordt
verleend voor uitbreiding van bebouwing, welke niet in het bestemmingsplan past.
Uitbreiding van de recreatieve bebouwing is onmiskenbaar van belang voor bezwaarde,
doch niet is aangetoond dat sprake is van een doorslaggevend belang in verband met het
voortbestaan van het huidige gebruik, gelet op de vrije keuze tot het bepalen van
kwaliteit en kwantiteit van het recreatief produkt. Uitbreiding van de recreatieve
bebouwing betekent een niet aanvaardbare inbreuk op de doelstellingen van het
bestemmingsplan en brengt een aanzienlijke precedentwerking met zich mee.
Op grond van het bovenstaande adviseren wij u te besluiten tot het ontvankelijk
verklaren van het bezwaar, ongegrond verklaren van de bezwaren en te besluiten tot het
handhaven van het raadsbesluit d.d. 26 juni 1995 onder nummer 8.
De bij het bezwaar behorende stukken, alsmede de uitgebreide concept-raadsbeschikking
liggen voor de raadsleden op het gemeentehuis ter inzage.
Oost-Vlieland. 14 november 1995
Burgemeester en wethouders van Vlieland.
R.D. van der Mark. burgemeester
Mr. B.P. Oosthoek, secretaris