Raadsvergadering:
27 november 1994
Agendapunt:
7
Onderwerp:
Bezwaarschrift Berkenlaan 15/17
Aan de leden van de raad der gemeente Vlieland.
16 augustus jl. is een bezwaarschrift ontvangen van de heer J. Tischmann. tegen uw
besluit d.d. 26 juni 1995, onder nummer 8. waarin is besloten tot het niet aanvragen van
twee Verklaringen van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten van Friesland. Het één en
ander naar aanleiding van twee verzoeken tot vrijstelling van het bestemmingsplan
"Dennenlaan-Zuid" op grond van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening,
welke de heer Tischmann heeft ingediend ten behoeve van de bouw van een apparte
mentengebouw op het perceel Berkenlaan 15 en de aanbouw van een woonkamer op het
perceel Berkenlaan 17. Met dit raadsbesluit zijn de twee verzoeken tot vrijstelling
geweigerd.
De bezwaarprocedure is geregeld in hoofdstuk 6 en 7 van de Algemene wet bestuurs
recht. Het bezwaarschrift voldoet aan de vereisten die deze wet eraan stelt, en wij stellen
u dan ook voor het bezwaarschrift ontvankelijk te verklaren. Naar aanleiding van het
bezwaar heeft op 10 oktober 1995 een hoorzitting plaatsgevonden, waarbij bezwaarde
een toelichting op het bezwaarschrift heeft gegeven.
Op grond van het bezwaarschrift wordt het raadsbesluit heroverwogen. Deze heroverwe
ging kan. doch behoeft zich niet te beperken tot hetgeen in het bezwaarschrift is gesteld.
In onderstaand voorstel geven wij de hoofdpunten van het bezwaar weer alsmede een
concept-reactie hierop. Uitgaande van deze reactie is een omvattende concept-raadsbe-
schikking opgesteld, welke voor de raadsleden bij de stukken ter inzage ligt.
Het bezwaar:
Een toename van zes recreatieve bedden op het perceel Berkenlaan 15 is niet in strijd
met het stabilisatiebeleid.
Reactie: Op grond van het vigerende bestemmingsplan "Dennenlaan-Zuid" is in
"Woonhuizen klasse A" een ondergeschikte vorm van recreatief medege
bruik toegestaan. Binnen de bestaande bebouwing op de percelen Berken
laan 15 en 17 wordt respectievelijk een overheersende en volledige vorm
van recreatief gebruik gedoogd. Dit staat niet ter discussie. In het bestem
mingsplan echter wordt niet gesproken over maximale hoeveelheden
recreatieve bedden per woonhuis. Het aantal recreatieve bedden in een
woonhuis is dan ook van geen belang indien het recreatieve gebruik
ondergeschikt blijft aan het hoofdgebruik. Met 'ondergeschikt' wordt
bedoeld een ondergeschikt ruimtebeslag. De strijdigheid met het stabilisa
tiebeleid ligt dan ook niet zozeer in de toename van zes bedden. Dit beleid
wordt gehandhaafd door een maximum omvang van de bebouwing van
woonhuizen toe te staan (in combinatie met het gegeven dat niet meer dan
1