3. Het bedrijventerrein
Volstrekt duidelijk is dat een bedrijventerrein zonder riolering niet voldoet aan de eisen
des tijds. In een aantal concrete gevallen zou zonder de aanleg van de riolering tot
sluiting van de inrichting besloten moeten worden. Ook het tot nu toe gevoerde gedoogbe
leid ten aanzien van de bodemlozingen is in strijd met de wet. In ons overleg met het
bedrijfsleven werd de noodzaak dan ook niet direct ontkend. De bezwaren richten zich
meer tegen de kosten die voor een groot gedeelte weer verhaald worden op de onderne
mers. Een omslagstelsel dat op het hebben van een aansluiting van water zou zijn geba
seerd, werd ook niet onderschreven. In de huidige situatie wordt op zeer verschillende
wijze van deze wateraansluiting gebruik gemaakt. Aangedrongen werd op een meer
individuele benadering van de bedrijven. Uiteindelijk zijn wij na rijp beraad tot de
conclusie gekomen daaraan gevolg te moeten geven. Uitgangspunt van het nu voorliggen
de voorstel is dat de bedrijven de keus wordt gelaten nu te besluiten tot aansluiting, of dit
besluit (en de daarbij behorende betaling) in tijd uit te stellen. In die gevallen waar op
grond van milieuvoorschriften een aansluiting vereist is, betekent uitstel wel een noodza
kelijke aanpassing van de bedrijfsvoering. Bodemlozingen van bedrijfsafvalwater zal na
aanleg niet meer worden gedoogd.
Naast deze flexibilisering in heffingen-beleid hebben wij ook geprobeerd de bijdrage voor
de eerste aanleg zo beperkt mogelijk te houden. Als bijdrageregeling stellen wij u het
volgende voor:
1. Bij ondertekening overeenkomst tot aanleg voor 1 november 1995;
1bij een aansluitpunt voor bedrijfsafvalwater uit een gebouw een bedrag van
f5.000,00 incl. BTW;
2. bij een aansluitpunt voor bedrijfsafvalwater van een niet overdekte spoel- en
wasplaats een bedrag van f 5.000,00 incl. BTW.
3. bij een aansluitpunt voor een woning een bedrag van f 7.000,00 incl. BTW
2. Bij melding aansluiting zonder ondertekening van bovenvermeld contract;
1bij een aansluitpunt voor bedrijfsafvalwater uit een gebouw een bedrag van
f 7000,00, vermeerderd met de rente berekend vanaf 1 januari 1996 en tot een
maximum van f 10.000,00.
2. bij een aansluitpunt voor bedrijfsafvalwater van een niet overdekte spoel- en
wasplaats een bedrag van f 7.000,00, vermeerderd met de rente berekend vanaf
1 januari 1996 en tot een maximum van f 10.000,00
3. bij een aansluitpunt voor een woning een bedrag van f 9.000,00, vermeerderd
met de rente berekend vanaf 1 januari 1996 en tot een maximum van
f 12.000,00.
Doelstelling van bovenvermelde regeling is zoveel mogelijk bedrijven te stimuleren op
korte termijn ook daadwerkelijk tot aansluiting over te gaan. Indien de bijdrage ineens in
incidentele en individuele gevallen financiële problemen geven, zullen wij met het
betreffende bedrijf zoeken naar de mogelijkheid van een gespreide betaling. Uiteraard
zullen wij daarbij rekening houden met de verschuldigde rente.