De voorzitter heropent de vergadering om 20.24 uur en geeft het woord aan de heer
Vrielink. De heer Vrielink deelt het volgende mede: "Voorzitter, wij vinden de
behandeling van dit agendapunt zo belangrijk, zo vlak na de uitspraak van het
gerechtshof, dat indien dit agendapunt naar de volgende vergadering wordt ver
daagd, mijn fractie de rest van deze vergadering niet wenst bij te wonen." De
voorzitter geeft het woord aan mevrouw Jager, mevrouw Jager deelt mede: "Voor
zitter, ik wil mij volledig bij deze woorden aansluiten. Ik ben op dit moment niet
meer in staat om de vergadering op deze manier voort te zetten. Ik zal dus ook naar
huis gaan als het voorstel niet behandeld wordt.De voorzitter antwoordt hierop het
volgende: "Het op deze manier aan de orde stellen van het voorstel is volgens de
wet en in het bijzonder de Gemeentewet. Er bestaat geen andere mogelijkheid.
Sterker nog: als ik het niet zo zou doen, zou ik in strijd met de Gemeentewet
handelen. Het komt mij dan ook wat merkwaardig voor dat u, de eed of de belofte
afleggende met betrekking tot de wetten des Rijks, daar kennelijk niet mee kan
leven. Dat is spijtig voor u, u heeft gezegd dat u de raadsvergadering verlaat, u doet
dat met verontachtzaming van de wet." Mevrouw Jager merkt daarop op: "Voorzit
ter, ik wil best de wetten in acht nemen, maar ik heb gezegd dat ik op dit moment
de vergadering niet meer kan voortzetten, dat is de reden dat ik deze vergadering zal
verlaten.
Om 20.29 uur verlaten daarop de heren Vrielink en Gieles en mevrouw Jager de
vergadering.
3. Ingekomen stukken
De voorzitter deelt mede dat, gelet op het feit dat het quorum nog steeds aanwezig
is, heden agendapunt 3 aan de orde is. Naar aanleiding van de besluitenlijst van
burgemeester wethouders van 21 februari 1995 (punt 5) vraagt de heer Hazenberg
de voorzitter hoe het staat met de hoorzitting welke zal plaatsvinden in het kader van
de vrijstellingsprocedure voor de bouw van een windmolen. De voorzitter antwoordt
dat de hoorzitting als onderdeel van de procedure heeft plaatsgehad. Doelstelling van
het college is de uiteindelijke verwezenlijking van de molen, stelt de voorzitter.
Ten aanzien van het onder nummer 2 van dit agendapunt ingekomen stuk, betreffen
de een uitnodiging voor een convenantvergadering met rederij Doeksen, vraagt de
heer Kleefstra of er reeds iets bekend is over de problematiek rond de aanhangwa-
gentjes. De voorzitter antwoordt dat dit diverse malen onderwerp van bespreking is
geweest. Naar aanleiding van geconstateerd misbruik met betrekking tot het gebruik
van de aanhangwagentjes heeft de rederij de gemeente per brief laten weten dat zij
haar beleid zal voortzetten. Dat beleid houdt in, dat gedurende de winterperiode
geen aanhangwagentjes worden toegestaan. De voorzitter zegt toe, deze brief voor
de raadsleden ter inzage te leggen.
De ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
4. Vaststelling notulen van de raadsvergadering van 27 februari 1995
De notulen worden zonder tekstuele wijzigingen vastgesteld.
2