wenst de heer Gieles echter in een later stadium de vrijheid om daarop, en op het
betalingsgedrag van betrokkene, terug te komen. Hij vindt echter dat de verbou
wingsinvestering de prijs niet behoeft te drukken, en dat derhalve de huidige prijs te
laag is. Er bestaat bovendien geen enkele zekerheid dat de huisarts nog een redelijk
aantal jaren blijft. Om die onzekerheid weg te nemen stelt hij voor contractueel vast
te leggen dat hij in ieder geval gedurende enkele jaren aanblijft. In dat geval zou de
relatief lage prijs van het pand redelijk zijn. De heer Houter heeft evenwel moeite
met het beeld dat het pand te goedkoop zou worden aangeboden. Hij wijst er in dit
verband op, dat indien de gemeente zelf de kosten van renovatie op zich zou moeten
nemen, de gemeente voor een aanzienlijke investering komt te staan.
De voorzitter antwoordt dat hij geen enkele aanwijzing heeft dat de huisarts spoedig
van het eiland zou willen vertrekken, sterker; hij zou het betreuren indien hij het
eiland moet verlaten. Een voorwaarde opnemen in of naast het verkoopcontract,
zoals de heer Gieles beoogd, zou een oneigenlijke zijn, daar deze zich niet richt op
zaken met betrekking tot overdracht van onroerend goed. De voorzitter vindt dat we
in redelijkheid erop mogen vertrouwen dat de huisarts in ieder geval gedurende
langere tijd op het eiland zal blijven. De heer Gieles echter wenst slechts aan te
geven dat dergelijke aangelegenheden op zakelijke wijze zouden moeten worden
tegemoetgetreden, en dat gevoelsmatige argumenten geen rol moeten spelen. De
heer Visser tot slot merkt op, dat deze kwestie weldegelijk zakelijk is beoordeeld.
Gekeken is naar de positie van de huisarts en het gegeven dat hij hier nog lang zal
moeten blijven werken. Vertrekt hij onverhoopt, dan komen er taxateurs en zal de
gemeente de marktwaarde weer kunnen innen.
Met hoofdelijke stemming stemmen de leden van de fracties van ABV en VVD voor
het voorstel en de leden van de fractie van de PvdA tegen het voorstel, waarmee het
is aanvaard.
11. Jaarverslag over 1994 Bijdragenbesluit openbare lichamen milieubeheer
De heer Vrielink vraagt de voorzitter of de planning van milieutaken dit jaar, in
tegenstelling tot voorgaande jaren, wel gehaald wordt nu de ambtelijke inzet sinds
het midden van 1994 is uitgebreid. De heer Westers gaat ervan uit dat in 1995 de
planning gehaald zal worden. Deze verwachting bestaat mede, omdat een deel van
de inspanning is uitbesteed aan de regio, aldus de heer Westers.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
12. Aangaan van een tweetal geldleningen
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
13. Begrotingswijzigingen
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
14. Rondvraag
Mevrouw Van Randen constateert dat de laatste tijd de toezending van de raadsstuk
ken vaak te laat plaatsvindt en dat stukken regelmatig nog moeten worden nagezon
den. In deze naar haar oordeel chaotische gang van zaken zou meer orde moeten
worden geschapen. Zij verzoekt de voorzitter daar op toe te zien, omdat de raadsle
den voldoende tijd moeten hebben om de raad nauwgezet voor te bereiden.
Mevrouw Van Randen is verontrust over de discussie over onrendabele spoorlijnen
7