De heer Westers zegt toch de raad te willen verzoeken om Burgemeester en
wethouders uit te nodigen om deze brief te behandelen. Op de vraag van de
voorzitter of de heer Westers hier een voorstel van maakt, antwoordt de heer
Westers"T>evestigend. Het v/ordt ondersteund door de heer Van Sc hup pen .Te
voorzitter zegt hierop toe, dat Burgemeester en wethouders met een notitie
over dit onderwerp zullen komen.
De heer Tiekstra zegt het op prijs te stellen, dat dan ook het onder k. ge
noemde stuk nader kan worden besproken aan de hand van de door Burgemeester
en wethouders, in april 1984, gemaakte notitie over dit onderwerp. De voor
zitter antwoordt, dat het de heer Westers vrijstaat om de door hem genoemde
regelingen op te vragen. De heer Westers zal overigens uit eigen ervaring
weten hoe actief Burgemeester en wethouders is met betrekking tot het tweede
woning-vraagstuk. Meermalen heeft Burgemeester en wethouders de heer Westers
op dit punt aangeschreven. De heer Westers antwoordt daarop dat hij destijds
niet een bekeuring kreeg omdat hij in overtreding was, maar omdat hij geen
ontheffing had aangevraagd.
De heer Tiekstra vindt, dat Burgemeester en wethouders in dezen niet niet te
persoonlijk moet worden.
De heer Tiekstra is verder van oordeel, dat Burgemeester en wethouders actie
dienen te ondernemen' ten aanzien van het gestelde in de brief onder n. Dit
zou zijns inziens het beste kunnen door middel van een publicatie in "Het Baken"
De voorzitter zegt hiertegen geen bezwaar te hebben. De heer Stuivenga zegt
daar wel bezwaar tegen te hebben. Wanneer dit zo nodig bekend moet worden,
dan kan het Humanistisch Verbond dit zelf wel onder de aandacht brengen aan
belanghebbenden
De heer Tiekstra maakt hiervan een voorstel, hetgeen wordt ondersteund door
mevrouw Soolsma-Hoedemaker. Dit voorstel wordt met vier tegen drie stemmen
verworpen. Tegen stemmen mevrouw Van Randen-Horjus, de heren Brandsma,
Van Schuppen en Stuivenga.
Notulen v? u de vergaderingen van 2 april, 14 mei, 26 juni, 18 juli, 26 juli
en 3 juli 1984
De heer Tiekstra constateert, dat ondanks gedane beloften er weer drie ver
gaderingen tussen de notulen van 26 juni en nu zitten. De voorzitter antwoordt,
dat de door hem bedoelde tussenliggende vergaderingen niet geschikt waren om
daarin de notulen aan de orde te stellen. Maar omdat de raadsleden deze zaak
blijkbaar als het hoogste goed beschouwen, zal voortaan aan het maken van
de raadsnotulen prioriteit worden gegeven.
Nadat de voorzitter ten aanzien van het gestelde in de laatste zinsnede van
bladzijde 1 van de notulen van 30 juli 1984 aan de heer Tiekstra heeft gezegd,
dat hieraan uiteraard een ruimere uitleg moet worden gegeven, worden de
notulen van deze vergaderingen onveranderd vastgesteld.
Voorstel van Burgemeester en wethouders tot wijziging van de Algemene Politie
verordening Vlieland
Het blijkt dat er regelmatig met bromfietsen en motoren wordt gereden op het
strand en in de kwelders.
Artikel C 38 van de Algemene Politieverordening Vlie'and verbiedt het zich be
vinden met een motorvoertuig, dan wel met een bromfiets tn de periode van
1 juni tot 1 september tussen 08.00 en 18.00 uur.