Aanvang 16.00 uur
Notulen van de op 29 juni 1982 gehouden openbare raadsvergadering
Aanwezig A. Visser, voorzitter
H.M. van Eek en P.S. Tiekstra, wethouders
W. Brandsma, M.L. de Gorter, S. van Engelsdorp Gastelaars,
P. Stuivenga en J.M. van Grinsven, raadsleden
1. Opening
De voorzitter opent om 16.00 uur de vergadering en heet allen welkom.
2. Onderzoek geloofsbrieven van de op 2 juni 1982 gekozen leden van de raad
In verband met het bepaalde in de artikelen U 5 en U 12 der Kieswet geschiedt
het onderzoek van de geloofsbrieven van hen die tot lid van de raad zijn benoemd
ter vervulling van de plaatsen, die op de normale tijd van aftreding zullen open
vallen uiterlijk op de zevenentwintigste dag na die der stemming of, indien dit
niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk daarna.
Bij de op 2 juni jl. gehouden verkiezing voor de leden van de gemeenteraad zijn
de onderstaande personen benoemd (in alfabetische volgorde):
1. de heer A.A. de Bie
2. de heer W. Brandsma
3. de lieer H.M. van Eek
4. mevr. A. Hoedemaker e.v. Soolsma
5. mevrouw M.F. Horjus e.v. van Randen
6. de heer J.H. van Schuppen
7. de heer H.T. Westers
Of alle hiervoor genoemde personen voor deze vergadering de vereiste stukken heb
ben ingezonden is op het moment van samenstelling van dit raadsstuk niet bekend.
Officieel kan men als nieuw benoemd raadslid binnen vier weken na de dagteke
ning van de kennisgeving tot benoeming als lid van de gemeenteraad (is geschied
op U juni 1982) per brief of telegrafisch mededeling doen of men de benoeming aan
neemt. In het onderhavige geval dient dit derhalve voor 2 juli 1982 te geschieden.
Mochten alle geloofsbrieven voor a.s. raadsvergadering niet binnen zijn dan dient
in juli nog een vergadering over de nu ontbrekende geloofsbrieven te volgen.
Hiervoor is de zinsnede - indien dit niet mogelijk is, zo spoedig mogelijk daar
na - in ertikel U 12 van de wijziging van de Kieswet van 27 januari 1932 bedoeld.
Van hen die wel de vereiste stukken hebben ingezonden worden deze stukken thans
als geloofsbrief ter onderzoek aan de raad overgelegd.
Na het onderzoek gelieve de raad door midder van een rapporteur in de vergade
ring verslag uit te brengen omtrent het onderzoek van de geloofsbrieven.
Met uitzondering van mevr. A. Soolsma-Hoedemaker blijken de hierboven genoemde
personen allen hun geloofsbrieven te hebben ingeleverd, zo deelt de voorzitter
mede.
Vervolgens citeert de voorzitter art. 7 van het reglement van orde, luidende als
volgt:
"1. Het onderzoek van de geloofsbrieven van nieuw-inkomende leden heeft plaats
in de eerste vergadering, nadat deze geloofsbrieven zijn ingekomen.
-2De voorzitter -