4
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op dinsdag 27 november 19 62
des namiddags 8.oouur
,ten gemeentehuize.
1.
11.
Voorzitter: de heer A.Anker, burgemeester-secretaris.
Aanwezig: de heren J.Glas en A.F.M. Rotgans (wethouders)
zomede de leden mevrouw A.M.List—Schaaf en de
heren W.Brandsma, P.Doeksen en P.A.G.Kuipers.
Opening
De voorzitter heet alle'leden hartelijk welkom en opent
de vergadering.
Notulen
De notulen van de openbare vergadering van de raad van
k september 1962 worden goedgekeurd en onverahderd vast
gesteld met dank aan de samensteller.
III. Ingekomen stukken en mededelingen
a. Maandblad van de Nederlandse Vereniging voor Vrouwen-
belangen, vrouwenarbeid en gelijk staatsburgerschap.
b. Interimnota "De ruimtelijke ontwikkeling van het Friese
plattelapd"
c. Mededelingenblad van de vereniging tot bescherming van
het drinkwater.
d. Provinciaal blad van Friesland 1962, no. 531 betreffende
vaststelling jaarwedden wethouders Friese gemeenten.
e. Schrijven van de Staatssecretaris van O.K. en W
dd. 15 november 1962, L.O. 1JM193» betreffende de rijks-
vergoeding extra-onderwijzer ULO.
fOverdruk van het algemeen gedeelte van de Rijksbegroting
van het Ministerie van Maatschappelijk/4 Werk voor het
dienstjaar 1963»
g. Jaarverslag over 1961 van de vereniging tot instandhou
ding van een consultatiebureau voor alcoholisme in de
provincie. Friesland.
Mevrouw List-Schaaf, doelende op de lijvige interimnota
"De ruimtelijke ontwikkeling van het Friese platteland"
acht de tijd om zich voldoende van de inhoud der stukken
op de hoogte te stellen wat te kort.
De voorzitter zegt, dat rouleren van de stukken dan
misschien aanbeveling verdient.
De heer Brandsma kan zich niet verenigigen met het besluit
van Gedeputeerde Staten om de jaarwedden van de wethouders
in deze gemeente nx te verhogen van 750,— tot 900,—
per jaar. Spreker betoogt, dat de raad zich indertijd te
gen deze verhoging heeft uitgesproken. De indruk zal nu
kannen ofctstaan, dat de functie van wethouder in deze ge
meente wordt begeerd om de centen.
De 'voorzitter zegt, dat de jaarwedden van de wethouders
door Gedeputeerde Staten worden geregeld, de raad gehoord.
Dit impliceert dus, dat Gedeputeerde Staten zich niet ge
bonden behoeven te achten door het advies van de raad.
Voorts biedt de wet geen beroepsmogelijkheid £egen dit
besluit.
"I O O V Xf
-uiiitnixi
SflBaam. 11207 1