^poedeioenae VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD op wóensdag daê 2 december 19 59 des middags uur Voorzitter: Aanwezig Afwezig de heer A. Anker, burgemeester-sekretaris de heer W. Brandsma, (wethouder)zomeae de leden meter. A.M. List-Schaaf en de heren D.ffi. Bruin, P. Doeksen, J.J. Grotjohan en J. Linzel. de heer J. Glas (wethouder) met kennisgeving. De voorzitter opent te 19.30 precies deze spoedeisende vergadering Benoeming van een onderwijze!* in 'de vacature H. Hoekstra. De voorzitter licht dit jount toe met het volgenae: Begin van de vorige maahc.' is' He raad een afschrJ-ft gezonden van de sollicitatie van de heer H. Planting te Leeuwarden, alsmede een afschrift van het advies van de heer Inspekteur van het Lager Onde wijs in de inspekti'e Leeuwarden' omtrent de ingekomen sollicitaties. Zoals uit het advies van genoemde inspekteur blijkt, waren er drie sollicitanten, waarvan de Inspekteur de he r Planting voornoemd de enige geschikte acht. Behalve de he r Planting solliciteerden a. de heer A.A. Weijde, die in het jaar 1955 de onderwijzersakte behaalde, daarna van 1 oktober 1555 tot 13 juli 1956 als tijdelijk onderwijzer werkzaam was, aaarna buiten het onderwijs werkzaam was en thans" sinds 1 april weer als tijdelijk ond rwijzer dienst doet; b. Mej. A.A. van Dijk te Twelj.0, die in oktober 1959 haar akte als onderwijzeres beha&lde. Door de hEEr Staatssekretaris van Önucrwijs, Kunsten en Wetenschappen is gunsti'g bësliot o^p het verzoek van de gemeente om ue vierde leer kracht aan de openbare lagere school voor gewoon lager onderwijs voorshands te mogen handhaven. Overeenkomstig het advies van de heer Inspekteur voornoemd d.d. 29 oktober 1959 no. 1932 bieden burgemeester en wethouders de raad de volgende voordracht aan t.w. enige kandidaat de heer H. Planting te Leeuwarden. De heer JLinzel zegt geen domper op de vreugde te willen zetten dat weer een vierde leerkracht mag worden aangetrokken, doch spreker vindt het niet geheel juist dat van de niet op de voordracht voor komende sollicitanten geen inlichtingen aan de raad zijn overgelegd. De raad weet derhalve van de twee andere sollicitanten weinig of niets af. Er moet uitsluitend op het advies van de heer Inspekteur van het Lager Onderwijs worden afgegaan, terwijl toch aan de raad de competentie van de benoeming behoott. Derhalve dient de raad behoorlijk geinformeerëte zijn omtrent alle candidaten. ^preker hoopt dat in de toekomst met het hiervoorgenoemde rekening zal wor den gehouden. De voorzitter zegt dat uit de toelichting reeds blijkt aat de tweede sollicitant nog steeds tijdelijk werkzaam is, hetgeen in deze tijd geen aanbeveling is. De 3e sollicitant is een onderwij zeres, die sinds kort de akte behaalde en dus belangrijk minder ervaring heeft dan de heer Planting. Bovendien moet met de mogelijk heid rekening worden gehouden dat op de duur de school een 3-mans- school wordt. Aan twee mannelijke leerkrachten en êên vrouwelijke wordt in d geval lorkeur gegeven.

Raadsnotulen van de Gemeente Vlieland

Raadsnotulen | 1959 | | pagina 1