besloten de heer Grotjohan voornoemd, toe te laten als lid
van de gemeenteraad.
Bovenstaande situatie is ontstaeih door het bedanken als
lid van é-e raad: de heer P. de Jong.
VII Onbewoonbaarverklaring woning Dorpsstraat 154.
Burgemeester en wethouders stellen bij schrijven d.d. 7
februari 1959 aan de raad voor, de woning plaatselijke ge
merkt Dorpsstraat 134 .onbewoonbaar te verklaren.
De voorzitter leest voor het advies van de hoofd-ingenieut
direkteur van de directie van de Volkshuisvesting en de Bouwf.
nijverheid in de provincie Friesland te Leeuwarden d.d. 11
februari 1959. Deze brief heeft niet bij de stukken ter in
zage gelegen, omdat deze te laat is ontvangen.
De heer D.G. Bruin informeert, of overleg is gepleegd met
de eigenaresse.
De voorzitter antwoordt ontkennend, doch zegt dat overleg
wel heeft plaats gehad met de huidige bewoner en dat onbe
woonbaarverklaring te allen tijde kan wo.rden opgeheven.
's Raads voorzitter merkt op, dat door het onbewoonbaarverj-
klaren van woningen een hoger bouwvolume wordt verkregen.
Mevrouw A.M. List-Schaaf vestigt de aandacht op de lelijk|e
plekken in het dorp, ontstaan door onbewoonbaarverklaring
van woningen.
De voorzitter ziet terzake maar twee mogelijkeheden, n.l.
dat de gemeente de onbewoonbaar verklaarde percelen opkoopt
of dat do gomconte de eigenaars van bedoelde woningen-^ver-
plichtmtot afbraak en nieuwbouw.
De koopwaarde ligt ter ^plaatse echter hoger dan aan de wal
en dit schept problemen.
Het eigendom van de Dienst voor Sociale Zorg Dorpsstraat
138 komt ter sprake. De heer W. Brandsma (wethouder) zegt,
dat de gemeente dit pand wel kan afbreken, maar dan ontstaat
er weer een lege plek.
De voorzitter merkt in dit verband op, dat de echte eilandf-
type woningen verdwijnen en de premieregeling hier ook niet
in voorziet. Voor krotopruimingen ontvangt een eigenaar
f. 1000^00. De voorzitter merkt op dat de gemeente graag eer
in haar bezit zijnde krot wil verkopen aan iemand, die op
die plaats een nieuw pand wil bouwen.
Z.h.s.wordt aansluitend besloten de woning Dorpsstraat
134, kadastraal bekend sektie A, no. 244, thans bewoond door
de heer C.Th. Straathof ei* in eigendom toebehorende aan me
vrouw de Wed. Prof. G. Kapsenberg geboren Bruggeman te Doorr,
onbewoonbaar te verklaren en te gelasten dat deze woning
moet zijn ontruimd binnen- zes maanden, te rekenen van de dagi
waarop de tijd tot voorziening tegen het raadsbesluit is
verstreken of dit besluit is gehandhaafd.
VIII Verlenging termijn ontruiming woning Molenstraat 1.
Burgemeester en wethouders herinneren in hun prea-advies
d.d. 7 februari 1959 eraan, dat in de raadszitting van 25
augustus 1958 is besloten de woning Molenstraat no. 1 onbe
woonbaar te verklaren met bepaling dat' dèzë woning moet zij*1
ontruimd binen zes maanden, te rekenen van de dag, waarop
tijd tot voorziening tegen het be sluit" is verstreken of dit
besluit is gehandhaafd.
Daar met inachtneming van het bepaalde in de Woningwet
genoemde termijn expireert op 27 maart a.s. en aan de huidl
ge bewoners van het onderhaige pand nog geen andere woon
ruimte ter beschikking kon worden gesteld, stelt dit colleg®
voor de termijn van ontruiming te verlenegen met zes maande*1'
Z.h.s. en woordvoering wordt in overeenstemming met het
desbetreffende voorstel, behoudens goedkeuring van de Gede
puteerde Staten van Friesland, besloten de termijn van ont-
ruiming