VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op Maan dag 5 Februari 19 51
des na middags 8 uur
Aanwezig zijn de heren: j. van den Bent, burgemeester^se-
cretarisi P. Doekeen en W. Brandsma, wethouders en de leden
C.P. Bakker, A. Boon, W. Bloem, P.A. Kroon Szn en P.A.Kroon
JWzn. t
Opening en notulen van de vorige vergadering:
De VOORZITTER heet de aanwezigen hartelijk welkom in de
eerste vergadering van het jaar 1951 én geeft verder in be-
knopte/weer zijn verwachtingen voor 1951.' Hierbij merkt de
Voorzitter op, dat waarschijnlijk dit jaar het woningpro-
beel zal zijn opgelost* dat de provinciale indeling bij
Friesland waarschijnlijk ook binnenkort wettelijk zal zijn
voltooid. Verder vestigt de Voorzitter de aandacht op het
belangrijke agendapunt voor deze vergadering, n.l. aanleg
van de waterleiding, hetgeen voor Vlieland als badplaats
zoer belangrijk moet worden geacht.
Tenslotte wijst de Voorzitter er op, dat de uitvoering
en verwezelijking van veel plannen afhankelijk zal zijny
van de mate der financiële bijdrage door het rijk, m.a.w.
de grootte van de bijzondere uitkering uit het gemeente
fonds. Hij hoopt echter dat op 31 December 1951 gezegd kan
worden dat het jaar voor de gemeente Vlieland goed is ge
weest.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde de notulen
van het verhandelde in de vergadering van 4 December 1950.
Ten aantien van deze notulen merkt de heer P.A. KROON JWzn
op, dat daarin genotuleerd staat, dat hij zonder kennisge
ving afwezig is geweest. Dit is z.i. niet juist, omdat hij
wel degelijk ter secretarie mededeling heeft gedaan van zijn
afwezigheid buitenlands en met opgaaf van zijn adres aldaar.
De heer Kroon zegt het niet in orde te vinden,dat de oproep
voor de vergadering van 4 December 1950 niet aan zijn opge-
gKgeven adres ie toegezonden; verder dat hij de oproep voor
de vergadering van 17 October 1950 2 uur voor de aanvang
van die vergadering in zijn brievenbus kreeg gedeponeerd,
waardoor zijn echtgenote niet in staat was hem hiervan nog
tijdig, op de hoogte te stellen. De VOORZITTER zegt van mening
te zijn,dat de oproep voor een vergadering aan de woning van
de raadsleden moet worden bezorgd en dat deze niet aan een
opgegeven adres behoeft te worden toegezonden. De notulering,
dat de heer KROON zonder kennisgeving afwezig is geweest
dient inderdaad te vervallen, omdat de heer Kroon~van zijn
afwezigheid heeft kennis gegeven ter secretarie. De heer
KROON zegt nog bij Ged. Staten inlichtingen te zullen inwin
nen omtrent de wijze waarop aan de raadsleden mededeling
moet worden gedaan van een aanstaande raadsvergadering. Ove
rigens kan de heer KROON zich met de notulen verenigen en
worden deze dan ook onveranderd vastgesteld.