t H J
De Voorzitter antwoord, dat die zaak zker in het algemeen wel"aan
dacht verdient, en de gemeente het haar mogelijke ook doet het
Dorp en omgeving zoo netjes mogelijk te maken en te houden, doeh
dat de gemaakte opmerking geen motief inhoudt om het verzoek daar
om intewilligen* De Raad besluit daarop afwijzend op het verzoek
Pronker o.s* te beschikken*
De Heer Bloem is nog niet bevredigd over de plaatsing van den
lantaarnpaal bij de gemeentewoningen* Het voornemen die te ver
plaatsen is niet uitgevoerd,» Indien waterbezwaar volgens B*£* W.
alleen een bezwaar vormt, dan meent spr. dat watervree plaatsing
tooh zeker wel is te verkrijgeb. Spr* dringt nogmaals aan op ver
betering ter plaatse*
De Heer Koojjman klaagt over het in den afgeloopen naoht door den
hoogen strrmvloed ondervonden waterbezwaar; het toezicht op de
rioolsehuiven blijkt onvoldoende te zijn geweest*
De Voorzitter antwoordt, dat B* W. ten volle die bezwaren er
kennen en zeker ook de overige Raadsleden* Met het voorstel-Keojjma
om den toezichthouder zjjn taak te ontnemen kan men zich algemeen
vereenigen* Was er bij zijne aanstelling reeds een jonge bode ge
weest, dan zou aan dezen zeker toen reeds het werk zijn opgedra
gen* Nu is dit ech/ter mogelijk e^mitsdien besluit de Raad de
overeenkomst met H* Visser per 1 anuari 1937 optezeggen, het
werk vanaf dien datum in eigen beheer te nemen en optedragen aan
den .gemeentebode K* Visser Iz. -
De eer De Boer informeert naar de mogelijkheid een deel der glooi
ing bij den kop van den aanlegsteiger weg te nemen om het manoeu
vreeren van de/f postboot te vergamakkelijken. De Voorzitter ant
woordt, dat hij reeds eenige malen den Rijkswaterstaat hierover
heeft aangesproken. Men vreest echter bij wegneming der glooiing
door uitschuring en uitdieping gevaar voor de steigerpalen zelf.
De hooge watervloeden en de daarvan ondervonden bezwaren voor het
Oostersche Veld met aangelegen bebouwing doen besluiten zioh tot
de bevoegde instanties te wenden om door verbeteringtóer waterkee-
ring ter plaatse de onaangename gevolgen van de stormvloeden
voortaan te weren.
Niets meer aan de orde zijnde, Bluit de Voorzitter de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van den 19 Februari
1937.
Voorzitter
Wethouder